Gelet op volgende terminologie toepasselijk voor onderhavig besluit:
De politiezone(s) waarvan het ambtsgebied voordien door de Koning werd vastgelegd, in casu volgende politiezones:
(met als code 5379 en met specifieke zonenaam politiezone kanton Borgloon);
De ingerichte nieuwe politiezone(s) ingevolge de splitsing van één of meer vorige meergemeentepolitiezones, in casu volgende politiezones:
De nieuwe politiezone ingericht ingevolge de defusie van de politiezone kanton Borgloon en de aansluiting van de gemeenten Borgloon, Heers en Wellen bij de politiezone Tongeren/Herstappe;Overwegende dat het in het kader van de nakende instelling van de nieuwe politiezone noodzakelijk voorkomt om de nodige voorbereidende handelingen te stellen, waaronder de bepaling van de functiebeschrijvingen en functieprofielen van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de nieuwe politiezone;
Gelet op volgende besluiten van alle betrokken gemeenteraden (die tot de instelling van de nieuwe politiezone de bevoegdheden toegekend aan de politieraad van de nieuwe politiezone gezamenlijk uitoefenen) houdende bepaling van de personeelsformatie van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de nieuwe politiezone:
Gelet op het besluit van de gouverneur van de provincie Limburg van 02/08/2024 houdende goedkeuring van voornoemde 5 gemeenteraadsbesluiten tot bepaling van de personeelsformatie van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de nieuwe politiezone;
Overwegende dat het ingevolge betreffende nieuwe personeelsformatie en de hieruit voortvloeiende wijziging van de organisatiestructuur, de interne bedrijfsvoering en de werkingsafspraken binnen het politiekorps opportuun voorkomt om over te gaan tot bepaling van voorliggende functiebeschrijvingen en functieprofielen van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de nieuwe politiezone;
Overwegende dat voorliggende functiebeschrijvingen en functieprofielen worden gerechtvaardigd door volgende motieven:
Het komt opportuun voor om het politiekorps te laten evolueren naar een functioneel gestructureerde organisatie, eerder dan een hiërarchisch gestructureerde organisatie waarbij de verschillende functionaliteiten en diensten als losse eilanden naast elkaar leven waardoor de eenheid van beleid niet overal en bestendig aanwezig is, wat een negatieve invloed heeft op de servicekwaliteit en de productkwaliteit.
In een functioneel gestructureerde organisatie primeren de kennis en de ervaring gerelateerd aan een functie op de graad, hetgeen niet enkel leidt tot meer efficiëntie en effectiviteit, maar er tevens toe bijdraagt dat meer personeelsleden actief kunnen betrokken worden in het aansturen van initiatieven en projecten en in het verbeteren van de kwaliteit, waardoor eveneens de intrinsieke motivatie en dynamiek van het personeel van het politiekorps toenemen.
In een functioneel gestructureerde organisatie is er tevens meer cohesie en overleg nodig tussen alle functionaliteiten en diensten om efficiënt en effectief te kunnen werken.
Het komt opportuun voor om de ontwikkelingen en veranderingen in de bedrijfsorganisatie van het politiekorps transparant weer te geven in geactualiseerde functiebeschrijvingen en functieprofielen die voortvloeien uit een concrete visie op de politiezorg, de interne bedrijfsvoering en de werking. In deze visie dient het politiekorps efficiënt, klantgericht, beschikbaar, aanspreekbaar en inzetbaar te zijn, alsook in staat om op een flexibele wijze te kunnen inspelen op de veranderende maatschappelijke uitdagingen op het vlak van leefbaarheid en veiligheid. Functiebeschrijvingen en functieprofielen moeten er voor zorgen dat elk personeelslid een meerwaarde voorstelt in dit gegeven en een evenwaardige factor is die mee helpt om de doelstellingen te realiseren.
In principe vormen functiebeschrijvingen en functieprofielen tezamen met een organogram een transparante weergave van de reële werking van het politiekorps en dienen ze voornamelijk de functionele werking en de wisselwerking tussen de componenten weer te geven.
Binnen die wisselwerking vormen de werkingsafspraken, de informatiedoorstroming en het intern overleg de fundamentele bouwstenen voor een geïntegreerde werking van alle functionaliteiten en diensten.
Overwegende dat voorliggende functiebeschrijvingen en functieprofielen van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de nieuwe politiezone garanderen dat er kan worden voldaan aan de organisatie- en werkingsnormen zoals vastgelegd bij voornoemd KB van 17/09/2001;
Overwegende dat zowel de bestuurlijke overheid als de korpsleiding ervan overtuigd zijn dat een functioneel gestructureerde, visiegedreven, transparante en geïntegreerde bedrijfsorganisatie dient te worden in plaats gesteld teneinde een efficiënte werking van de politiediensten, een optimale politionele dienstverlening aan de bevolking en een algemeen welbevinden van de personeelsleden duurzaam te kunnen garanderen binnen de nieuwe politiezone;
Dat het hiertoe aangewezen is om over te gaan tot bepaling van voorliggende functiebeschrijvingen en functieprofielen van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de nieuwe politiezone
Overwegende dat onderhavige functiebeschrijvingen en functieprofielen van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de nieuwe politiezone ter overleg werden voorgelegd aan het basisoverlegcomité van de politiezone kanton Borgloon (BOC Pol 126) en aan het basisoverlegcomité van de politiezone Tongeren/Herstappe (BOC Pol 127) in gezamenlijke vergadering van 04/06/2024;
Dat het basisoverlegcomité van de politiezone kanton Borgloon een unaniem gunstig advies heeft verleend op 04/06/2024;
Dat het basisoverlegcomité van de politiezone Tongeren/Herstappe een unaniem gunstig advies heeft verleend op 04/06/2024;
Betreffende de wijziging van de grenzen van de politiezones:
Gelet op de wet van 07/12/1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (verder WGP genoemd), en latere wijzigingen, inzonderheid de bepalingen inzake de vrijwillige samensmelting van de politiezones zoals vervat in titel II hoofdstuk VII, de bepalingen inzake de wijziging van de grenzen van de politiezones zoals vervat in titel II hoofdstuk VIII, de bepalingen inzake de gevolgen van de samensmelting van de politiezones zoals vervat in titel VIII hoofdstuk V en de bepalingen inzake de modaliteiten en gevolgen van de wijziging van de grenzen van de politiezones zoals vervat in titel VIII hoofdstuk VI;
Gelet op het KB van 27/12/2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Limburg in politiezones, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 6 waarbij de gemeenten Tongeren en Herstappe worden gedefinieerd als een politiezone en artikel 14 waarbij de gemeenten Alken, Borgloon, Heers, Kortessem en Wellen worden gedefinieerd als een politiezone;
Gelet op de gezamenlijke, met redenen omklede aanvraag van 23/12/2023 van de gemeenteraden van de gemeenten die deel uitmaken van de vorige politiezones die betrokken zijn bij de wijziging van de grenzen van de politiezones tot defusie van de politiezone kanton Borgloon en tot aansluiting van de gemeenten Borgloon, Heers en Wellen bij de politiezone Tongeren/Herstappe ingediend bij de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie;Gelet op het KB van 07/05/2024 tot wijziging van het KB van 27/12/2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Limburg in politiezones, inzonderheid artikel 1 tot invoeging van artikel 6bis in het oorspronkelijk besluit waarbij de gemeenten Tongeren, Herstappe, Borgloon, Heers en Wellen worden gedefinieerd als een politiezone met ingang van 21/05/2024;
Overwegende dat conform artikel 91/11 WGP de wijziging van de grenzen van de politiezones aanleiding geeft tot de gelijktijdige inrichting van verscheidene nieuwe politiezones ingevolge de splitsing van één of meer vorige meergemeentepolitiezones. Die wijziging moet een operationele of organisatorische meerwaarde hebben;
Overwegende dat conform artikel 257quinquies/11 juncto 257quinquies/5 WGP de Koning de lokale politie van de nieuwe politiezone instelt, op de eerste dag van een trimester, wanneer Hij vaststelt dat de volgende voorwaarden zijn vervuld:
Overwegende dat het aldus ingevolge de defusie van de politiezone kanton Borgloon en de aansluiting van de gemeenten Borgloon, Heers en Wellen bij de politiezone Tongeren/Herstappe aangewezen is om over te gaan tot de nodige handelingen waarvan de instelling van de nieuwe politiezone afhankelijk is gesteld;
Overwegende dat conform artikel 257quinquies/17 WGP, voor vrijwillige samensmeltingen en andere wijzigingen van de grenzen van de politiezones welke tegelijkertijd zijn gekoppeld aan één of meerdere samenvoegingen van gemeenten (in casu een samenvoeging van de stad Tongeren en de stad Borgloon en een samenvoeging van de stad Hasselt en de gemeente Kortessem per 01/01/2025) tot 01/01/2025 zijnde de datum van instelling van de nieuwe politiezone de volgende specifieke regels gelden: in afwijking van artikel 257quinquies/4 WGP en tot de instelling van de nieuwe politiezone worden de bevoegdheden toegekend aan de politieraad bedoeld in artikel 91/3 gezamenlijk uitgeoefend door alle betrokken gemeenteraden en worden de bevoegdheden toegekend aan het politiecollege bedoeld in artikel 91/6 gezamenlijk uitgeoefend door alle betrokken burgemeesters;
Betreffende de functiebeschrijvingen en functieprofielen van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader:
Gelet op de wet van 07/12/1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (verder WGP genoemd), en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 3, 44, 47, 120 en 142;
Gelet op de wet van 26/04/2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten (verder Exoduswet genoemd), en latere wijzigingen;
Gelet op het KB van 30/03/2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (verder RPPol genoemd), en latere wijzigingen, inzonderheid artikel III.II.1;
Gelet op het KB van 05/09/2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de lokale politie, en latere wijzigingen;
Gelet op het KB van 17/09/2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren, en latere wijzigingen;
Gelet op het KB van 07/12/2001 tot vaststelling van de formatienormen van de personeelsleden van de lokale politie, en latere wijzigingen;
Gelet op het MB van 11/01/2006 tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van een korpschef, en latere wijzigingen;
Gelet op de ministeriële omzendbrief PLP 10 van 09/10/2001 inzake de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie met het oog op het waarborgen van een minimale gelijkwaardige dienstverlening aan de bevolking;
Overwegende dat conform artikel 3, lid 2 WGP de lokale politie op het lokale niveau de basispolitiezorg verzekert, meer bepaald alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie die nodig zijn voor het beheren van lokale gebeurtenissen en fenomenen die zich voordoen op het grondgebied van de politiezone, evenals het vervullen van sommige politieopdrachten van federale aard;
Overwegende dat conform artikel 44, lid 1 WGP elk lokaal politiekorps onder de leiding staat van een korpschef. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering van het lokaal politiebeleid, en meer bepaald, voor de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan.
Dat conform artikel 44, lid 2 WGP de korpschef instaat voor de leiding, de organisatie en de verdeling van de taken binnen het lokaal politiekorps en de uitvoering van het beheer van dit korps. Hiertoe kan de burgemeester of het politiecollege hem sommige van zijn bevoegdheden delegeren;
Overwegende dat conform artikel 47 WGP de politieraad de formatie van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van het lokaal politiekorps bepaalt, overeenkomstig de door de Koning vastgestelde minimumnormen;
Overwegende dat conform artikel 120, lid 1 WGP binnen elk politiekorps het gezag van een personeelslid over een ander personeelslid wordt uitgeoefend, in volgende orde:
Overwegende dat conform artikel 142 WGP de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de organisatie en werkingsnormen van de politiediensten bepaalt teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren;
Overwegende dat conform artikel III.II.1, lid 1 RPPol bij elke aanwijzing van een personeelslid voor een betrekking moet vaststaan, zo nodig bepaald worden, welke personeelsleden op grond van het organogram onder de verantwoordelijkheid vallen van het aangewezen personeelslid, derwijze dat het duidelijk is welke personeelsleden op grond van artikel 120, lid 1, 1° WGP onder zijn gezag staan;
Dat conform artikel III.II.1, lid 2 RPPol telkens wanneer aan een personeelslid een taak wordt toevertrouwd moet vaststaan, zo nodig bepaald worden door de hiërarchische meerdere, aan welke personeelsleden opdracht moet worden gegeven om mee te werken aan de uitvoering van die taak, derwijze dat het duidelijk is welke personeelsleden op grond van artikel 120, lid 1, 2° WGP, binnen de perken van die taak, onder het gezag staan van het met de taak belaste personeelslid;
Overwegende dat conform artikel 1 van voornoemd KB van 17/09/2001 de lokale politie een minimale dienstverlening verzekert ten gunste van de bevolking. Deze dienstverlening vertaalt zich in het bijzonder in de volgende functies:
De andere dan de in dit besluit bedoelde organisatie- en werkingsregels van het lokaal politiekorps en de taken die eruit voortvloeien dragen bij tot de optimale uitoefening van voornoemde functies;
Overwegende dat conform voornoemde ministeriële omzendbrief PLP 10 van 09/10/2001 de basis van voornoemd KB van 17/09/2001 de wettelijke bepaling is dat de bevolking recht heeft op een “gelijkwaardige minimale dienstverlening”. Met andere woorden moeten tenminste die 7 functies die in het KB worden vermeld, worden verzekerd ten gunste van alle burgers in het ganse land, op de wijze zoals ze daarin worden beschreven.
Als maatstaf voor de minimaal vereiste 7 functies werd uitgegaan van de (veronderstelde) noden en verwachtingen van de bevolking.
Het is evident dat elk lokaal politiekorps daarenboven de vereiste capaciteit moet voorzien voor en investeren in ondersteunende activiteiten, die het mogelijk moeten maken deze 7 functies op een kwalitatief hoogstaande manier aan te bieden en uit te voeren. Het geheel van taken die niet onmiddellijk van rechtstreeks belang zijn voor het publiek zijn niet opgenomen in het KB. Aangezien dergelijke visie de grondslag vormt van het KB, hoeft het geen betoog dat het effectief, nodig om een politiezone werkbaar te maken, geen optelsom kan en mag zijn van de in het KB opgenomen functies. Ten eerste worden in het KB absoluut minimale normen opgelegd, aan te passen naar gelang van de noodwendigheden van iedere zone. Ten tweede wordt in de bijkomende – maar hoogst noodzakelijke – activiteiten niet voorzien.
De in onderhavige omzendbrief becommentarieerde regelgeving beoogt vandaar in geen geval enige aanwijzing te geven over de globale capaciteit aan mensuren die een korps van lokale politie nodig heeft;
Overwegende dat tot de instelling van de nieuwe politiezone de bevoegdheden toegekend aan het politiecollege van de nieuwe politiezone – in casu betreffende de bepaling van de functiebeschrijvingen en functieprofielen van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de nieuwe politiezone – gezamenlijk worden uitgeoefend door alle betrokken burgemeesters, zoals hoger omschreven in het kader van de wijziging van de grenzen van de politiezones;
Er wordt goedkeuring verleend aan voorliggende functiebeschrijvingen en functieprofielen van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de nieuwe politiezone.
Betreffende functiebeschrijvingen en functieprofielen worden als bijlage aan onderhavig besluit gevoegd en maken er integraal deel van uit.
Onderhavig besluit wordt ter kennisname voorgelegd tijdens de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.