De gemeenteraad keurt de notulen van de vorige zitting goed.
Op woensdag 5 juni 2024 om 18.30 uur vindt de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging plaats op digitale wijze.
De gemeente Heers is aangesloten bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging.
De gemeente Heers werd per aangetekend schrijven van 28 maart 2024 opgeroepen om op digitale wijze deel te nemen aan de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op woensdag 5 juni 2024.
Artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging van 5 juni 2024 met als agendapunten:
De vertegenwoordiger van de gemeente Heers die zal deelnemen aan de digitale Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 5 juni 2024 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Fluvius Opdrachthoudende Vereniging, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Op maandag 10 juni 2024 vindt de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van Fluvius Limburg plaats.
De gemeente Heers is voor één of meerdere activiteiten aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg.
De gemeente Heers werd per aangetekend schrijven van 2 april 2024 opgeroepen om deel te nemen aan de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van Fluvius Limburg die op 10 juni 2024 plaatsheeft in "Hotel Stiemerheide, Wiemesmeerstraat 105 in Genk".
Aan de gemeente werd een dossier met documentatiestukken overgemaakt per brief van 2 april 2024.
Artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg van 10 juni 2024:
Agenda
1. Kennisneming verslagen van Fluvius Limburg van de raad van bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2023.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Fluvius Limburg afgesloten op 31 december 2023 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 en volgend WVV.
4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Fluvius Limburg met betrekking tot het boekjaar 2023.
5. Aanbod tot aankoop aandelen Publi-T.
6. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
7. Statutaire benoemingen.
8. Statutaire mededelingen
AANBOD TOT AANKOOP AANDELEN PUBLI-T
De gemeenteraad verzoekt de Algemene Vergadering van Fluvius Limburg om de beslissing van de Raad van Bestuur van Fluvius Limburg van 12 maart 2024 om 173.902 aandelen Publi‑T te verkopen aan de Vlaamse Energieholding (VEH) (60.412 aandelen) en Nuhma AC (113.490 aandelen) aan de prijs van 1.457,00 euro per aandeel te bekrachtigen. Dit aanbod situeert zich in het kader van de reorganisatie van de Vlaamse aanwezigheid van de lokale besturen in Publi-T en in Publigas en de uitkanteling van de belangen van Fluvius Limburg in Publi-T naar de Vlaamse Energieholding (VEH). De eerste te doorlopen fase hiervan betreft de verkoop van de aandelen Publi-T van Fluvius Limburg aan enerzijds VEH en anderzijds Nuhma AC.
De vertegenwoordiger van de gemeente Heers die zal deelnemen aan de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg op 10 juni 2024 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
De jaarrekening 2023 moet aan de gemeenteraad voor advies voorgelegd worden.
De rekening 2023 werd op 22 februari 2024 door de kerkraad Sint-Stefanus Batsheers als volgt goedgekeurd:
- overschot exploitatie € 3 084.21
- overschot investeringen € 2.053,53.58
- exploitatietoelage € 2000
Op 29 maart 2023 werd de jaarrekening 2023 door het Centraal Kerkbestuur ingediend bij het gemeentebestuur.
De goedgekeurde afprakennota tussen het Centraal Kerkbestuur Heers en de gemeente Heers.
Het decreet over het Lokaal Bestuur.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale kerkbesturen van de erkende erediensten, zoals tot op heden gewijzigd.
De omzendbrief BB-2013/1 van 1 maart 2013 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling lokale en provinciale besturen i.v.m. de boekhouding besturen van de eredienst.
De rekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Stefanus Batsheers, wordt gunstig geadviseerd.
Deze beslissing over te maken aan:
- de gouverneur
- het Centraal Kerkbestuur Heers
- de kerkfabriek Sint-Stefanus Batsheers
De jaarrekening 2023 moet aan de gemeenteraad voor advies voorgelegd worden.
De rekening 2023 werd op 15 januari 2024 door de kerkraad Sint-Martinus Heers als volgt goedgekeurd:
- overschot exploitatie € 16 638.98
- overschot investeringen € 122 260.54
- exploitatietoelage € 17 495.26
- investeringssubsidie € 6077.58
Op 29 maart 2024 werd de jaarrekening 2023 door het Centraal Kerkbestuur ingediend bij het gemeentebestuur.
Het decreet over het Lokaal Bestuur.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale kerkbesturen van de erkende erediensten, zoals tot op heden gewijzigd.
De omzendbrief BB-2013/1 van 1 maart 2013 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling lokale en provinciale besturen i.v.m. de boekhouding besturen van de eredienst.
De rekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus Heers, wordt gunstig geadviseerd.
Deze beslissing over te maken aan:
- de gouverneur
- het Centraal Kerkbestuur Heers
- de kerkfabriek Sint-Martinus Heers
De jaarrekening 2023 moet aan de gemeenteraad voor advies voorgelegd worden.
De rekening 2023 werd op 15 februari 2024 door de kerkraad Sint-Anna Mechelen-Bovelingen als volgt goedgekeurd:
- overschot exploitatie € 16 029.42
- overschot investeringen € 15 798.38
- exploitatietoelage € 13.100,00
Op 29 maart 2023 werd de jaarrekening 2023 door het Centraal Kerkbestuur ingediend bij het gemeentebestuur.
Het decreet over het Lokaal Bestuur.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale kerkbesturen van de erkende erediensten, zoals tot op heden gewijzigd.
De omzendbrief BB-2013/1 van 1 maart 2013 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling lokale en provinciale besturen i.v.m. de boekhouding besturen van de eredienst.
De rekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Anna Mechelen-Bovelingen, wordt gunstig geadviseerd.
Deze beslissing over te maken aan:
- de gouverneur
- het Centraal Kerkbestuur Heers
- de kerkfabriek Sint-Anna Mechelen-Bovelingen
De jaarrekening 2023 moet aan de gemeenteraad voor advies voorgelegd worden.
De rekening 2023 werd op 5 februari 2024 door de kerkraad Sint-Martinus Mettekoven als volgt goedgekeurd:
- overschot exploitatie € 10 687.55
- overschot investeringen € 0
- exploitatietoelage € 3.000
Op 29 maart 2024 werd de jaarrekening 2023 door het Centraal Kerkbestuur ingediend bij het gemeentebestuur.
Het decreet over het Lokaal Bestuur.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale kerkbesturen van de erkende erediensten, zoals tot op heden gewijzigd.
De omzendbrief BB-2013/1 van 1 maart 2013 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling lokale en provinciale besturen i.v.m. de boekhouding besturen van de eredienst.
De rekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus Mettekoven, wordt gunstig geadviseerd.
Deze beslissing over te maken aan:
- de gouverneur
- het Centraal Kerkbestuur Heers
- de kerkfabriek Sint-Martinus Mettekoven
De jaarrekening 2023 moet aan de gemeenteraad voor advies voorgelegd worden.
De rekening 2023 werd op 26 februari 2024 door de kerkraad Sint-Lambertus Opheers als volgt goedgekeurd:
- overschot exploitatie € 17 703.60
- overschot investeringen € 39 428.05
- exploitatietoelage € 0
- investeringstoelage €26 521.22
Op 29 maart 2024 werd de jaarrekening 2023 door het Centraal Kerkbestuur ingediend bij het gemeentebestuur.
Het decreet over het Lokaal Bestuur.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale kerkbesturen van de erkende erediensten, zoals tot op heden gewijzigd.
De omzendbrief BB-2013/1 van 1 maart 2013 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling lokale en provinciale besturen i.v.m. de boekhouding besturen van de eredienst.
De rekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Lambertus Opheers, wordt gunstig geadviseerd.
Deze beslissing over te maken aan:
- de gouverneur
- het Centraal Kerkbestuur Heers
- de kerkfabriek Sint-Lambertus Opheers
De jaarrekening 2023 moet aan de gemeenteraad voor advies voorgelegd worden.
De rekening 2023 werd op 18 maart 2024 door de kerkraad Sint-Quirinus Rukkelingen-Loon als volgt goedgekeurd:
- overschot exploitatie € 10 891.94
- overschot investeringen € 11 200,08
- exploitatietoelage € 3 007.80
Op 29 maart 2024 werd de jaarrekening 2023 door het Centraal Kerkbestuur ingediend bij het gemeentebestuur.
Het decreet over het Lokaal Bestuur.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale kerkbesturen van de erkende erediensten, zoals tot op heden gewijzigd.
De omzendbrief BB-2013/1 van 1 maart 2013 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling lokale en provinciale besturen i.v.m. de boekhouding besturen van de eredienst.
De rekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Quirinus Rukkelingen-Loon, wordt gunstig geadviseerd.
Deze beslissing over te maken aan:
- de gouverneur
- het Centraal Kerkbestuur Heers
- de kerkfabriek Sint-Quirinus Rukkelingen-Loon
De jaarrekening 2023 moet aan de gemeenteraad voor advies voorgelegd worden.
De rekening 2023 werd op 25 januari 2024 door de kerkraad Sint-Martinus Vechmaal als volgt goedgekeurd:
- overschot exploitatie € 9225.83
- overschot investeringen € 0
- exploitatietoelage €0
- investeringstoelage €154 929.79
Op 29 maart 2024 werd de jaarrekening 2023 door het Centraal Kerkbestuur ingediend bij het gemeentebestuur.
Het decreet over het Lokaal Bestuur.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale kerkbesturen van de erkende erediensten, zoals tot op heden gewijzigd.
De omzendbrief BB-2013/1 van 1 maart 2013 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling lokale en provinciale besturen i.v.m. de boekhouding besturen van de eredienst.
De rekening 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus Vechmaal, wordt gunstig geadviseerd.
Deze beslissing over te maken aan:
- de gouverneur
- het Centraal Kerkbestuur Heers
- de kerkfabriek Sint-Martinus Vechmaal
Door de herhaaldelijke problemen met de afvoer van het rioleringswater, is er door de gemeente Heers advies gevraagd aan Fluvius.
Fluvius stelt voor om een minigemaal (kleine pompunit) te plaatsen om het rioleringswater naar het hoofdriool te pompen.
Om dit project tot uitvoer te kunnen brengen moet er een samenwerkingsovereenkomst worden afgesloten tussen Fluvius en de gemeente Heers.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen Fluvius en de gemeente Heers goed.
Een afschrift van dit besluit en de ondertekende SOV, zal overgemaakt worden aan Fluvius
Voor de verkoop van de grond met vestiging erfdienstbaarheid dient er een akte opgemaakt te worden. Deze is opgemaakt door de Vlaamse Overheid - Vlaamse Belastingsdienst - Afdeling Juridische Dienstverlening -Dienst Vastgoedtransacties Oost, Koning Albert II-laan 15 bus 395, 1210 Brussel.
De akte dient goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.
De gemeenteraad keurt hierbij het ontwerp van akte van verkoop en vestiging erfdienstbaarheid, opgesteld door de dienst Vastgoedtransacties goed en geeft volmacht aan de Vlaams Commissaris om in naam van de gemeente Heers de akte te ondertekenen. Eveneens wordt volmacht gegeven aan de Vlaams Commissaris om het verlenen van kwijting voor de prijs.
De gemeenteraad ontslaat de AAPD uitdrukkelijk tot het nemen van een ambtshalve inschrijving bij overschrijving van deze akte.
De overdracht van de gronden wordt kosteloos toegestaan en aanvaard.
In het verleden is de gemeente Heers vergoed geweest via aandelen.
De gemeenteraad gaat akkoord met de overdracht en het regulariseren van gronden van bestaande distributiecabines ten openbaar nut, gelegen op het grondgebied Heers
De voetweg met nr. 29 is opgenomen in de Atlas der Buurtwegen als zijnde gedeeltelijk een ‘sentier, zijnde een buurtweg met een breedte van 1 meter, en als zijnde gedeeltelijk als een ‘chemin’ voor een variabele breedte tussen 6 en 7,40 meter. Het wegtracé loopt via de Burgemeestersstraat, tussen de huisnummers 36 en 38, naar de oude bedding van de waterloop ‘Meulebeek’ om zo naar de Jan Odeurslaan door te lopen.
De voetweg met nr. 29 loopt over de percelen kadastraal gekend als zijnde Heers, 11e afdeling, sectie B, nrs. 351B, 345A, 537F2, 364N en het openbaar domein.
De voetweg nr. 29 verzorgde vanaf zijn inschrijving in de Atlas der Buurtwegen de verbinding tussen de huidige Jan Odeurslaan (Buurtweg nr. 18) en de Burgemeestersstraat (Buurtweg nr. 10). Deze voetweg maakte over het overgrote deel van zijn tracé een trage weg uit die liep over de Herk, zijnde een onbevaarbare waterloop.
Doorheen de loop der jaren is deze verbindende functie teloor gegaan, waarbij op heden de voetweg nr. 29 geen enkel openbaar gebruik meer kent. Op het terrein zijn geen fysieke elementen meer aanwezig waaruit een openbaar gebruik blijkt, noch blijkt dit uit de topografische kaarten en historische luchtfoto’s van dit tracé. Zo is de trage verbinding niet langer zichtbaar op kaarten van het Nationaal Geografisch Instituut na 1989 en is het tracé niet langer zichtbaar op historische luchtfoto’s getrokken na 1990.
Dit verlies aan openbaar gebruik is deels te verklaren door het verlies van de mogelijkheid om de Herk over te steken, waarbij de zone naast de waterloop eveneens volledig dichtgegroeid is. Zelfs indien deze begroeiing zou verdwijnen, blijft er geen oversteekmogelijkheid aanwezig. De voetweg kan aldus geen openbaar gebruik meer kennen, waardoor zijn functie verloren geraakt is. Anderzijds bevindt het tracé van voetweg nr. 29 zich op een weide die afgesloten is, waardoor van enige publieke doorwaadbaarheid geen sprake is.
Het tracé van de voetweg nr. 29 is gelegen binnen een woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan ‘Sint-Truiden – Tongeren’ zoals goedgekeurd op 5 april 1977. De beschikbare ruimte binnen het ruimere gebied waarin de voetweg gelegen is, laat toe om toekomstige aanpassingen aan het gemeentewegennet toe te laten. Waarbij, vanwege de ligging binnen woongebied, het niet onwaarschijnlijk is dat deze toekomstige aanpassingen gebeuren in de vorm van geïntegreerde stedenbouwkundige projecten.
Gelet op het verlies van het openbaar gebruik en de publieke toegankelijkheid, werd door het college van burgemeester en schepenen op dd. 12 februari 2024 reeds beslist om in te stemmen met het (gedeeltelijk) afschaffen van voetweg nr. 29 (2024_CBS_00210).
In navolging hiervan werd door de gemeenteraad van de gemeente Heers op dd. 26 februari 2024 (2024_GR_00023) overgegaan tot de voorlopige aanvaarding van het ontwerp van grafisch plan tot opheffing van de voetweg nr. 29. De gemeenteraad belastte het college van burgemeester en schepenen vervolgens met de organisatie van het openbaar onderzoek, dat liep tussen 8 maart 2024 en 8 april 2024. Tijdens het openbaar onderzoek werd er één analoog bezwaarschrift ontvangen.
Overeenkomstig het artikel 21, §5 van het Decreet van 3 mei houdende de gemeentewegen is het vervolgens aan de gemeenteraad om het ontwerp van grafisch plan tot gedeeltelijke afschaffing van voetweg nr. 29 definitief vast te stellen,het realiseren van dit project dient er een voetweg afgeschaft te worden.
Overeenkomstig artikel 85 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen worden alle gemeentelijke wegen en buurtwegen in de zin van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen thans beschouwd als gemeenteweg, waarbij ingevolge artikel 86 van hetzelfde decreet de Atlas der Buurtwegen zijn verordenende kracht behoudt.
Overwegende dat de voetweg met nr. 29 kwalificeert als een gemeenteweg in de zin van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de Gemeentewegen, waarbij ingevolge artikel 8 van dit decreet niemand een gemeenteweg kan aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder een voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.
Overwegende dat artikel 3 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen bepaalt dat er bij wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet bijzondere aandacht dient uit te gaan naar het trage wegennetwerk:
“Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”
Overwegende dat artikel 4 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen bepaalt dat er bij wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet rekening moet gehouden worden met volgende principes:
“1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”
Overeenkomstig de artikelen 8, 10, 20 en 21, §1, van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen wordt aan het voorliggende dossier een grafisch plan toegevoegd zoals opgesteld door het studiebureau Geotec, en dan in het bijzonder door landmeter-expert Peter Gijsen. Dit grafisch plan werd opgesteld op 25 september 2023 en voorlopig aanvaard bij het besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2024.
Aanvullend maakt ook een schattingsverslag deel uit van het dossier, zoals opgesteld door het studiebureau Geotec, en dan in het bijzonder door landmeter-expert Peter Gijsen. Dit schattingsverslag dateert van 6 oktober 2023.
Overwegende dat de afschaffing van de voetweg nr. 29 voldoet aan de doelstellingen en principes van de artikelen 3 en 4 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, op basis van volgende overwegingen:
Algemeen belang
Overeenkomstig art. 4, 1° Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.
Het voorliggende grafisch plan tot gedeeltelijke opheffing van de voetweg nr. 29 is ingegeven vanuit de vaststelling dat deze voetweg op heden niet langer aanwezig is op het terrein en vanwege de specifieke kenmerken van de ligging ook niet langer een verbinding in de vorm van een openbare weg gewenst is.
Het publiek gebruik is verloren vanwege enerzijds de fysieke barrière die de Herk vormt, waarbij geen oversteek mogelijk is, en anderzijds verloren is wegens een afsluiting van een weide waarover het tracé van deze voetweg gelegen is. Op heden kan deze verbinding geen meerwaarde meer vormen voor het gemeentelijk wegennet, wegen een gebrek aan actueel openbaar gebruik.
Bovendien is de verdere ‘uitbouw’ van het wegentracé op deze locatie ongewenst, aangezien de wegenis enerzijds gelegen is binnen watergevoelig gebied en anderzijds er sprake is van een hellingsgraad waardoor het op lange termijn voorzien van verharding, onderhoud/beheer en de algemene toegankelijkheid, bemoeilijkt wordt en bovendien ook ongewenst is. Dit tevens vanuit het oogpunt van de zachte weggebruikers die over een veilig en toegankelijk wegennet dienen te beschikken, waarbij dit op deze locatie niet gegarandeerd kan worden.
De ruime – onbebouwde – ruimte waarbinnen het tracé van voetweg nr. 29 gelegen is, laat toe dat er toekomstige aanpassingen aan het gemeentelijk wegennet plaatsvinden om te komen tot een ruimtelijk doordacht wegennet. Echter biedt de voetweg nr. 29 hiertoe geen meerwaarde, gelet op het ontbreken aan een publiek gebruik en dus functie, waarbij alternatieve verbindingen eveneens niet mogelijk zijn.
Zelfs aangenomen dat een ontwikkeling aan de noordelijke zijde, of de zuidelijke zijde, aansluiting zou maken op de voetweg nr. 29, dan nog ontneemt dit niet de omstandigheid dat dit tracé niet langer gebruikt wordt noch gebruikt zal worden gelet op de feitelijke omstandigheden.
Het is gelet op het watergevoelig karakter van de zuidzijde (pluviaal overstromingsgevoelig gebied) niet gewenst om binnen deze zone een wegentracé te voorzien dat zowel een negatieve impact zal hebben op de waterhuishouding in het gebied, alsook een negatieve impact heeft op de toegankelijkheid van de wegenis gelet op het overstromingsgevoelig karakter.
Het is de taak van de gemeente om niet enkel te komen tot een ruimtelijk doordacht wegennet, maar ook om dit wegennet veilig en toegankelijk te maken, en te blijven garanderen – hetgeen niet mogelijk is op de locatie van het wegenistracé.
Bovendien is tussen de Jan Odeurslaan en de Burgemeestersstraat nog voldoende beschikbare ruimte gelegen om nieuwe toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken, waarbij het gemeentelijk wegennet aangepast moet worden. Daarbij wordt een nieuwe verkaveling voorzien ter hoogte van de Burgemeestersstraat, waarbij parallel aan deze gemeenteweg enkele nieuwe loten voorzien worden voor bebouwing.
Door de gedeeltelijke opheffing van de voetweg nr. 29 wordt het gemeentelijk wegennet logisch ingericht en kunnen hierop doordachte toekomstige aansluitingen op aangebracht worden, rekening houdende met de verkeersveiligheid en mobiliteit. De aanwezigheid van de voetweg, indien deze niet opgeheven zou worden, zorgt ervoor dat zowel het gemeentelijk wegennet als de voorziene ontwikkelingen niet langer tegemoetkomen aan de doelstellingen van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Bovendien werden er ook principes en doelstellingen vastgelegd in het ‘Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoersregio Limburg’ dat op 11 december 2023 definitief goedgekeurd werd. Binnen dit mobiliteitsplan wordt tevens aangegeven dat het wegennetwerk geoptimaliseerd moet worden om de bestaande en toekomstige infrastructuur toe te laten hun functie uit te oefenen. Waarbij de selectieve aanpak van bestaande verbindingen, zoals de opheffing of verplaatsing, aangemoedigd worden om de functionaliteit, bereikbaarheid en mobiliteit van het gemeentelijk wegennet te verzekeren. Welnu is in voorliggend geval de afschaffing van voetweg nr. 29 genoodzaakt om een geoptimaliseerd toekomstig infrastructuurnetwerk te bekomen.
Uitzonderingskarakter wijziging, verplaatsing of afschaffing
Overeenkomstig art. 4, 2° Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd dient te worden.
Blijkens de memorie van toelichting bij het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.
Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie, waarbij conform het principe van de ‘ladder van Lansink’ nagegaan moet worden of een behoud dan wel een verplaatsing geen alternatief kunnen bieden alvorens over te gaan tot de opheffing van de trage weg.
De voetweg nr. 29 is vanwege zijn beperkte breedte van 1 meter en zijn oorspronkelijke inschrijving in de Atlas der Buurtwegen als ‘Sentier’ opgevat als een trage verbinding bedoeld om de zachte mobiliteit te ontsluiten. Waarbij er tevens een bredere gedeelte aanwezig is, ingeschreven met een variabele breedte tussen 6 meter en 7,40 meter, en dit gedeelte geen verbinding is voor zachte mobiliteit.
Zoals reeds aangestipt bij de voorgaande motieven is een behoud van de voetweg nr. 29 slechts gedeeltelijk mogelijk, dit betreffende het ‘bredere’ gedeelte van deze voetweg aangezien dit bredere gedeelte nog een plaats kan verkrijgen binnen het gemeentelijk wegennet als ontsluitingsweg voor toekomstige ontwikkelingen en/of projecten en als aantakking op voetweg nr. 31.
Het beperktere gedeelte, met een breedte van 1 meter, kan vanwege de afsluiting van een gedeelte van dit tracé en vanwege de onbereikbaarheid, en de natuurlijke barrière, niet behouden worden. De aanwezige begroeiing en het gebrek aan een oversteekplaats over de Herk zorgen voor een onveilige verbinding.
Tot slot brengt het overstromingsgevoelig karakter van de omgeving waarin de voetweg gelegen is met zich mee dat er waterbufferende maatregelen vereist worden, waarbij de ligging en uitrusting van de voetweg, bij realisatie, hier een negatief effect op zullen hebben. Een behoud op de huidige ligging zou dus niet enkel een toekomstige ruimtelijke ontwikkeling doch eveneens een toekomstige ontwikkeling van het gemeentelijk wegennet verhinderen, waarbij toekomstig de veiligheid en toegankelijkheid niet gegarandeerd kan worden.
De toekomstige ontwikkeling van de verkaveling langsheen de Burgemeestersstraat voorziet in een uitgraving van het gebied naast de Herk om zo in een waterbuffering te voorzien, waarbij een hellingsgraad voorzien wordt. Door de aanleg van deze waterbufferingszone is het niet gewenst om hierdoor de realisatie op te nemen van voetweg nr. 29, evenmin aangezien langs de noordelijke zijde van de waterloop Herk ook geen fysieke verbinding aanwezig is.
Bovendien is er geen ander tracé waarnaar de trage verbinding verplaatst kan worden, aangezien er op heden nergens een oversteek over de Herk voorzien wordt, noch een ‘logische’ verbinding gerealiseerd kan worden. Noch is er een andere trage verbinding beschikbaar in de buurt om op aan te sluiten, waardoor een verplaatsing niet geschikt is.
Gelet op de onmogelijkheid om de trage verbinding te behouden en deze te verplaatsen, is de voorgenomen wijziging verantwoord.
Verkeersveiligheid
Overeenkomstig art. 4, 3° Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.
De voetweg nr. 29 heeft in zijn bestaande toestand een impact op de verkeersveiligheid, aangezien de verbinding niet beschikt over een oversteekplaats over de Herk en door een dichtbegroeide groenzone dient te verlopen. Deze omstandigheden, inbegrepen een gebrek aan een fysieke aanwezigheid van enig pad, maken dat de verbinding verkeersonveilig is voor de zachte weggebruikers.
Door de opheffing van de voetweg nr. 29 wordt de mogelijkheid gecreëerd om op andere wijzen invulling te geven aan het gebied en te komen tot een ruimtelijk doordacht wegennet, dat een balans vindt tussen de mobiliteit en de verkeersafwikkeling en anderzijds de ruimtelijke ontwikkeling.
Met de voorliggende gedeeltelijke opheffing wordt duidelijkheid gecreëerd en wordt vermeden dat zachte weggebruikers gebruik zouden maken van een verkeersonveilige verbinding, waarvan er op heden geen enkel openbaar gebruik meer mogelijk is.
Hoewel de trage verbindingsweg in se een ontsluitende functie kan omhelzen, wordt deze functie op heden niet langer vervult aangezien het openbaar gebruik teloor is gegaan. Tevens lijkt er ook geen gebruik of noodzaak meer te zijn als ontsluitende functie, gelet de verbinding minder dan dertig jaar geleden in onbruik geraakt is – hetgeen erop wijst dat het verkeer stelselmatig is verminderd.
De impact van de opheffing op de ontsluiting van de aangrenzende percelen is aldus nihil aangezien deze gelegen zijn langs de goed uitgeruste gemeentewegen Burgemeestersstraat en Jan Odeurslaan.
Niettemin gaat over dit aspect ook de nodige aandacht uit naar de toekomstige ontwikkeling van het gebied, waarbij de voorziene verkaveling langs de Burgemeestersstraat zal voorzien in een publiek toegankelijke zone, weliswaar op een andere locatie. Als zodanig wordt bij wijze van zakenrechtelijk gedogen nog toegelaten dat er enige ontsluiting kan plaatsvinden, doch zal dit uiterst beperkt zijn.
Gemeentegrensoverschrijdend perspectief
Overeenkomstig art. 4, 4° Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.
In voorkomend geval paalt de betrokken wegenis evenwel niet aan een van de aanpalende gemeenten, noch kan door gedeeltelijke opheffing van de voetweg nr. 29 redelijkerwijze enige hinder voor de buurgemeenten verwacht worden.
Dit gezien de wegenis reeds in onbruik geraakt is en het openbaar gebruik gestopt is.
Actuele functie – toekomstige generaties
Overeenkomstig art. 4, 5° Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen dient rekening gehouden te worden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.
Hierbij dient allereerst vastgesteld te worden dat de voetweg nr. 29 op heden geen enkel openbaar gebruik meer kent, waardoor de wegenis zelf geen enkele ruimtelijke behoefte meer vervuld. De opheffing biedt de mogelijkheid om binnen de omgeving ontwikkelingen uit te voeren, met aandacht voor het gemeentelijk wegennet.
Daarbij kan o.m. verwezen worden naar de toekomstige verkaveling langs de Burgemeestersstraat waarin de voetweg nr. 29 geen plaats meer zal hebben, dit o.m. door de talrijke maatregelen die binnen het kader van de waterhuishouding genomen moeten worden.
De opheffing voorziet aldus de toekomstige generaties in de mogelijkheid om ontwikkelingen te verrichten en hun ruimtelijke behoeften in te passen in het gemeentelijk wegennet. Met daardoor logische en doordachte aanpassingen aan het gemeentelijk wegennetwerk in navolging.
In die optiek kan verwezen worden naar de publiek toegankelijke zone die voorzien zal worden in de nieuwe verkaveling, waarbij de toegankelijkheid van de zone gewaarborgd wordt op zakenrechtelijk niveau. Door de opheffing van de voetweg wordt tevens de opening gecreëerd om naar de toekomstige generaties toe geschikte alternatieven en duurzame toekomstige oplossingen mogelijk te maken.
Ook wordt op deze de verkeersveiligheid van de toekomstige generaties verzekert, doordat niet langer enige onduidelijkheid zal bestaan of men langs een onveilig tracé, zonder oversteekmogelijkheid en met dichte begroeiing, doorgang kan vinden – noch men de verwachting creëert in hoofde van de zachte weggebruikers dat er een openbare weg aanwezig is.
Het grafisch plan
Overwegende dat ingevolge artikel 20, §§2-3 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, het grafisch plan dient te voldoen aan volgende voorschriften:
Ҥ 2. Het besluit tot opheffing van een gemeenteweg bevat een grafisch plan waarop minstens de volgende elementen zijn aangeduid:
1° de op te heffen rooilijn, het op te heffen rooilijnplan of het desbetreffende deel daarvan;
2° de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de aanpalende kadastrale percelen en onroerende goederen;
3° de naam van de eigenaars van de aanpalende kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn.
§ 3. In voorkomend geval bevat het grafisch plan de volgende aanvullende elementen:
1° een berekening van de eventuele waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de opheffing van de gemeenteweg overeenkomstig artikel 28;
2° de nutsleidingen die als gevolg van de opheffing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen; 3° de op te heffen achteruitbouwstroken.”
Het grafisch plan, zoals opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen op 25 september 2023 en zoals voorlopig aanvaard middels het gemeenteraadsbesluit van 26 februari 2024, bevat een duidelijke weergave van de op te heffen rooilijnen alsook worden de kadastrale gegevens van de betrokken percelen voldoende duidelijk vermeld, alsook de getroffen oppervlaktes per kadastraal perceel.
Ook worden de nutsleidingen correct weergegeven, en wordt op het grafisch plan geen meerwaardevergoeding vermeld in toepassing van artikel 28 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. Volgens het gevoegde schattingsverslag, zoals opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen, wordt de meerwaardevergoeding begroot op 0,00 EURO omwille van volgende overwegingen:
Het gedeelte van de Sentier nr. 29 zorgt voor een verbinding tussen de Jan Odeurslaan en de Burgemeestersstraat. Er is vastgesteld dat het openbaar karakter van deze verbinding is verdwenen, zoals hieronder uiteengezet:
- Onderbreking van het tracé door waterloop de Herk: Het feit dat de Sentier nr. 29 de waterloop de Herk doorkruist zonder een brugje om deze over te steken, resulteert in een onderbreking van het tracé van de weg. Dit maakt de doorgang onmogelijk en onveilig voor voetgangers.
- Beperkte toegankelijkheid door een afgesloten weide: De Sentier nr. 29 bevindt zich binnen een afgesloten weide, waardoor deze voor het publiek ontoegankelijk is geworden. Dit draagt bij aan het verlies van het openbare karakter van de weg en beperkt het gebruik ervan.
De geplande nieuwe verkaveling zal de initiële verbinding tussen de Jan Odeurslaan en de Burgemeestersstraat ‘herstellen’ door de aanleg van een brugje over de waterloop de Herk ter hoogte van de Jan Odeurslaan en lot 18 (zone voor publiek toegankelijk groen: zie bijlage p.15). Hierdoor wordt de verbinding verlegd naar een locatie waar deze niet langer onderbroken is.
Op basis van deze overwegingen is het gerechtvaardigd om geen bijkomende vergoeding te vragen voor het afschaffen van het betreffende Sentier-gedeelte, aangezien er een alternatieve oplossing wordt geboden om de verbinding te herstellen.
Openbaar onderzoek
In navolging van de voorlopige aanvaarding van de gedeeltelijke afschaffing van voetweg nr. 29 per gemeenteraadsbesluit van 26 februari 2024, werd het college van burgemeester en schepenen gelast om een openbaar onderzoek te organiseren in toepassing van artikel 21, §2, van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de Gemeentewegen.
Het college van burgemeester en schepenen heeft een openbaar onderzoek georganiseerd, waarbij dit liep van 8 maart 2024 tot en met 8 april 2024. Het ruimere publiek had de mogelijkheid om een bezwaar in te dienen, waarbij het dossier ingekeken kon worden bij de dienst Omgeving van de gemeente Heers tijdens de openingsuren van het Administratief Centrum, Paardskerkhofstraat 20, 3870 Heers.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in toepassing van 21, §2, van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de Gemeentewegen de nodige publicatievereisten nageleefd, waarbij tevens de nodige aanplakkingen aangebracht werden.
Tijdens het openbaar onderzoek werd één bezwaarschrift ontvangen op de laatste dag van het openbaar onderzoek, zijnde op 8 april 2024.
Navolgend wordt dit bezwaarschrift als volgt behandeld:
Behandeling van het bezwaar:
De bezwaarindiener brengt in essentie een schending aan van artikel 27 van het Decreet Lokaal Bestuur dat bepaalt dat het verboden is voor een gemeenteraadslid om deel te nemen aan de beraadslaging en de stemming over de aangelegenheden waar zij een rechtstreeks belang bij hebben.
De bezwaarindiener stelt dat hij met ‘alle aanwezigen’ waarmee hij gesproken heeft, blijkt dat de betrokken gemeenteraadsleden de vergadering niet verlaten hebben. Dit terwijl uit de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 26 februari 2024 nochtans duidelijk vermeld wordt dat de betrokken raadsleden afwezig waren bij zowel de behandeling als de stemming over dit dossier.
Opgemerkt bovendien dat de betrokken raadsleden verboden worden om deel te nemen aan de beraadslaging en aan de stemming, doch het de betrokken raadsleden niet verboden is om aanwezig te blijven in de ruimte doch plaats te nemen in het publiek of een andere locatie.
De bezwaarindiener lijkt alvast de zinsnede ‘verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming’ letterlijk te beschouwen, als zijnde dat de betrokken raadsleden het lokaal dienden te verlaten, hetgeen het geval niet is. Althans blijkt niet dat enige invloed uitgeoefend werd op de beraadslaging noch stemming.
Niettegenstaande blijkt duidelijk uit de notulen dat de betrokken raadsleden niet deelgenomen hebben, noch aanwezig waren, bij de beraadslaging over dit agendapunt waardoor dit bezwaarpunt niet ingewilligd kan worden.
1. In het bezwaarschrift van dd. 8 april 2024 stelt de bezwaarindiener dat de afwezigheid van een brug over de Herk geen reden is om de trage verbinding af te schaffen, aangezien het behoud van trage wegen zoveel als mogelijk nagestreefd moet worden. Immers heeft het college van burgemeester en schepenen toestemming gegeven voor een overwelving van de beek, waardoor een verbinding mogelijk is.
Een herstel in oorspronkelijke staat is aldus mogelijk, de begroeiing is weg en de behandeling van de verkaveling voor het project van Daneels Projects is nog niet gebeurd waardoor nog geen beslissing bekend is. De onzekerheid van de komst van de verkaveling maakt dat dit niet als argument gebruikt kan worden tot het afschaffen van de voetweg nr. 29.
Behandeling van het bezwaar:
In eerste instantie wenst de gemeente Heers aan te stippen dat zij vanuit het zorgvuldigheidsbeginsel als beginsel van behoorlijk bestuur gehouden is om rekening te houden met alle juridisch en feitelijk relevante gegevens bij het nemen van beslissingen.
Het is daartoe niet onredelijk dat de gemeenteraad als zodanig reeds rekening gehouden heeft met de komst van een toekomstige verkaveling, aangezien deze ontwikkeling zich in een vergevorderd stadium bevindt. Het is bijgevolg noch onzorgvuldig noch onredelijk hiermee reeds rekening te houden.
Bovendien blijkt uit de gemeenteraadsbeslissing van 26 februari 2024 tot voorlopige aanvaarding van de gedeeltelijke afschaffing van voetweg nr. 29, net als uit onderhavig besluit, dat de afschaffing van deze voetweg niet louter gelegen is in het toekomstig verkavelingsproject noch in het louter ontbreken van een overwelving over de Herk.
Een beslissing dient vanuit het geheel der motieven gedragen te kunnen worden, waarbij de aanwezigheid van beplanting, de aanwezigheid van een afgesloten weide, de aanwezigheid van een ongunstige feitelijke situatie om een wegenis aan te leggen gelet op het overstromingsgevoelig karakter en het gebrek aan een actueel en toekomstig gebruik aangemerkt wordt als redenen om de afschaffing te motiveren. (RvS 21 januari 2022, nr. 252.739.)
Net als bovendien de vaststelling dat de afschaffing van de voetweg nr. 29 het gemeentelijk wegennet ten goede komt, doordat dit de mogelijkheid openlaat voor een verdere ontwikkeling van het gebied voor de ruimtelijke- en gemeentelijke ontwikkeling van het wegennet.
Dat het college van burgemeester en schepenen toestemming gegeven heeft om een overwelving aan te brengen over de Herk, betekent nog niet dat het wegtracé te ‘herstellen’ is dan wel er een meerwaarde te halen is uit het herstel hiervan.
Immers staat daarmee nog niet vast dat als er een overwelving gerealiseerd wordt, dat deze voldoet aan de vereisten om een openbaar gebruik te laten voldoen. Dit maakt een toekomstige en hypothetische gebeurtenis uit, waar de gemeenteraad zich niet op kan baseren aangezien er voorzien moet worden in een voldoende rechtszekerheid. (RvS 8 november 2022, nr. 254.971.)
Zelfs aangenomen dat er een overwelving zou komen, dan nog is een herstel van het wegtracé niet mogelijk wegens de omstandigheid dat de toegankelijkheid en veiligheid amper gegarandeerd kan worden vanwege het overstromingsgevoelig karakter van het gebied, alsook het afgesloten karakter van een gedeelte van het tracé. De rechtszekerheid is er beter mee gediend dat het voor de weggebruikers duidelijk is dat er niet langer een wegenistracé aanwezig is.
Bovendien neemt dit niet weg dat het tracé geen meerwaarde biedt voor de omgeving, aangezien ook op andere mogelijkheden een – zij het beperkte – doorgang voorzien kan worden.
Het is gelet op de omstandigheden niet langer verantwoordbaar voor de gemeente en voor de zachte weggebruikers om op deze locatie een wegtracé te voorzien, wanneer de veiligheid en toegankelijkheid niet gegarandeerd kan worden en tevens toekomstige ontwikkeling van het gemeentelijk wegennet daarbij gehypothekeerd worden.
Het toekomstig perspectief bij het afschaffen van dit gedeelte van voetweg nr. 29 is hoger bij de afschaffing daarvan, dan het behoud. Waardoor het algemeen belang gediend is bij de afschaffing van dit deel van voetweg nr. 29.
De gemeenteraad is, net zoals de bezwaarindiener, op de hoogte van het uitzonderlijk karakter van een afschaffing, aangezien een verplaatsing en een behoud vooropgesteld worden om trage verbindingen zoveel als mogelijk te behouden. Echter is na zorgvuldig onderzoek en een zorgvuldige belangenafweging gebleken dat zowel een verplaatsing als een behoud niet mogelijk zijn.
De opgenomen motivering volstaat om het uitzonderlijk karakter van de afschaffing te motiveren, waarbij het standpunt van de bezwaarindiener niet anders doet besluiten. Het bezwaar kan niet worden ingewilligd.
1.In het bezwaarschrift van dd. 8 april 2024 stelt de bezwaarindiener dat hij overigens moet vaststellen dat de gemeenteraadsleden van de fractie N-VA gekant waren tegen de gedeeltelijke afschaffing van voetweg nr. 29, wegens de watergevoeligheid van het gebied waardoor dit gevrijwaard moet blijven van bebouwing. Het toelaten dat er woningen komen, is ronduit onverantwoord.
Behandeling van het bezwaar:
De gemeenteraad is ingevolge artikel 21, §4 en §5, van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de Gemeentewegen gehouden om de bezwaren en opmerkingen te behandelen zoals deze ingediend worden tijdens het openbaar onderzoek.
Echter is de gemeenteraad enkel gehouden de bezwaren en punten van kritiek te behandelen die betrekking hebben op de voorliggende wijziging aan het gemeentelijk wegennet, waarbij het haar niet toegelaten is een beoordeling te maken van elementen die raken aan de ruimtelijke ordening.
De gemeenteraad is overeenkomstig artikel 8 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de Gemeentewegen immers exclusief en uitsluitend bevoegd te oordelen over die omstandigheden die raken aan een ruimtelijke doordacht wegennet. De vergunningsmatige ontwikkeling van de ruimtelijke ordening, behoort niet tot haar bevoegdheid. (RvS 8 november 2016, nr. 236.365.)
De omstandigheid dat er toekomstige bebouwing voorzien zou worden binnen een verkavelingsproject in het gebied is een geheel aan elementen dat beoordeeld moet worden door het vergunningverlenend orgaan. Het is de gemeenteraad niet toegelaten zich hierover uit te spreken, laat staan een beoordeling te maken van een potentieel toekomstig project.
Als zodanig kan dit bezwaar niet ingewilligd worden.
Adviezen
Overeenkomstig artikel 21, §2 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen werd kennisgegeven van het openbaar onderzoek aan de provincie Vlaams-Brabant en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, teneinde hieromtrent advies te bekomen.
De provincie en het Departement hebben geen advies verleend binnen de termijn van het openbaar onderzoek, waardoor overeenkomstig artikel 21, §4 van het Decreet van 3 mei 2019 aan deze adviesvereiste mag worden voorbijgegaan.
Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019;
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
De gemeenteraad stelt het grafisch plan voor de gedeeltelijke opheffing van voetweg nr. 29 van 25 september 2023 van landmeter expert Peter Gijsen van studiebureau Geotec definitief vast.
De gemeenteraad neemt kennis van het schattingsverslag van landmeter-expert Peter Gijsen, zoals opgesteld op dd. 6 oktober 2023, en stelt de daarin vervatte begroting van de meerwaardevergoeding ex artikel 28 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de Gemeentewegen definitief vast en hecht haar goedkeuring aan het schattingsverslag.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering en bekendmaking van dit besluit, conform de artikelen 22 en 23 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.