De afgelopen weken zagen we landbouwers in heel België en zelfs Europa actievoeren. De boeren zijn boos en laten hun stem horen d.m.v. verschillende (spontane) acties tegen o.a. hun dalende inkomsten en de steeds strenger wordende Europese milieunormen.
De landbouwsector krijgt hier steeds meer regelgeving opgelegd terwijl bv. Zuid-Amerikaanse boeren zich hier niet aan moeten houden, wat zorgt voor een oneerlijke concurrentiepositie.
Daarnaast schetst het Vlaams Landbouwrapport 2024, dat eind vorige maand werd voorgesteld op Agropolis, sombere cijfers voor de Vlaamse boerenstiel. Zo bedraagt het gemiddeld loon van een landbouwer op jaarbasis 44.700 euro, wat ruim 8 percent lager ligt dan het gemiddeld inkomen van een loontrekkende. Vooral jonge, startende boeren hebben het zwaar. Doordat de prijs van landbouwgrond in ons land de afgelopen vijf jaar met een kwart gestegen is, maakt dit het voor hen extra moeilijk om nog grond te kunnen aankopen. In Limburg steeg de prijs voor een stuk landbouwgrond het sterkte met 7,7 percent. Zo bedraagt de gemiddelde prijs voor landbouwgrond in Haspengouw ongeveer 55.000 euro/ha (prijzen 01/07/2023; Landbouwrapport 2024). Maar niet enkel jonge boeren hebben moeite om toegang te krijgen tot landbouwgrond. Ook boeren die aan akker- of tuinbouw willen doen of simpelweg voldoende eten voor hun veestapel moeten kunnen telen, krijgen het steeds moeilijker. Bovendien nam ook de oppervlakte aan landbouwgrond sterk af in 2022 met zo’n 16,5 percent. Percelen worden steeds kleiner en ook hier staat Limburg weer aan kop met oppervlaktegemiddelden van 0,5 ha.
Feit is ook dat de boeren veel te weinig gezien – en gekregen – hebben van de stijgende voedselprijzen. Vorig jaar alleen al werd in ons land voeding gemiddeld zo’n 12,7 percent duurder. Niet alleen een record in België, maar in geen enkel buurland was er een sterkere prijsstijging dan bij ons. Deze gestegen voedselprijzen leverden vooral massawinsten op voor grote voedingsbedrijven en enkele supermarkten, maar jammer genoeg niet voor de boer zelf.
Ook het stikstofakkoord, waarover drie jaar lang werd onderhandeld, vraagt van de landbouwers al een extra inspanning. Het is een vertaling van de strengere opgelegde EU-normen en maatregelen op Vlaams niveau, om zo een vergunningenstop te kunnen vermijden. Voor boeren is dit stikstofakkoord onvermijdelijk een zure appel om door heen te bijten, maar belangrijk hierbij is wel dat vergunningen verlengd kunnen worden en de landbouwsector niet lam wordt gelegd. Dit mede doordat Vlaanderen 3,6 miljard euro vrijmaakt om de stikstofuitstoot tegen 2030 te kunnen halveren en de boeren hierin te ondersteunen.
Vorige week bereikte de Vlaamse regering een akkoord met de landbouworganisaties, waarin een aantal maatregelen werden vastgelegd die tegemoetkomen aan een aantal bezorgdheden van landbouwers. Zo zal de Vlaamse overheid, die volgens de wet voorkooprecht heeft wanneer er landbouwgrond vrij komt voor verkoop, tot 1 oktober 2024 ‘terughoudend’ zijn in de aankoop van landbouwgrond. Dit zodat landbouwgrond haar doel behoudt en voor landbouw blijft dienen. Verder moeten de maatregelen ook zorgen voor een drastische vermindering in de administratieve rompslomp voor de landbouwers. Toch vormt dit akkoord slechts een druppel op een hete plaat. Belangrijk is nu dat er verder rond de tafel gezeten wordt met alle betrokken partijen, zowel met de industrie als de landbouw- en natuurorganisaties.