Terug
Gepubliceerd op 27/03/2024

2024_GR_00023 - Burgemeestersstraat/Jan Odeurslaan: afschaffing deel van voetweg nr. 29 - voorlopige aanvaarding - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 26/02/2024 - 20:00 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Carina Volont, Voorzitter; Gerald Kindermans, Raadslid; Henri Dumont, Raadslid; Kristof Pirard, Burgemeester; Luc Schalenbourg, Raadslid; Heidi Pirlotte, 1ste Schepen/voorzitter Bijzonder Comité Sociale Dienst; Sonja Houbar, Raadslid; Erika Princen, Raadslid; Mieke Smolders, Raadslid; Dieter Janssen, 3de Schepen; Anneleen Vanherck, 4de Schepen; Bart Stevens, Raadslid; Daniel Medarts, Raadslid; Evi Lennertz, Raadslid; Christel Lambié, Raadslid; Katrien Herck, Raadslid; Ivo Carlens, Algemeen directeur

Afwezig

Benny Schroyen, 2de Schepen; Jozef Royer, Raadslid; Johan Missotten, Raadslid

Secretaris

Ivo Carlens, Algemeen directeur

Voorzitter

Carina Volont, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2024_GR_00023 - Burgemeestersstraat/Jan Odeurslaan: afschaffing deel van voetweg nr. 29 - voorlopige aanvaarding - Goedkeuring

Aanwezig

Carina Volont, Gerald Kindermans, Henri Dumont, Kristof Pirard, Luc Schalenbourg, Heidi Pirlotte, Sonja Houbar, Erika Princen, Mieke Smolders, Dieter Janssen, Anneleen Vanherck, Bart Stevens, Daniel Medarts, Evi Lennertz, Christel Lambié, Katrien Herck, Ivo Carlens
Stemmen voor 9
Kristof Pirard, Henri Dumont, Sonja Houbar, Anneleen Vanherck, Christel Lambié, Heidi Pirlotte, Carina Volont, Bart Stevens, Dieter Janssen
Stemmen tegen 7
Evi Lennertz, Luc Schalenbourg, Daniel Medarts, Katrien Herck, Mieke Smolders, Gerald Kindermans, Erika Princen
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_GR_00023 - Burgemeestersstraat/Jan Odeurslaan: afschaffing deel van voetweg nr. 29 - voorlopige aanvaarding - Goedkeuring 2024_GR_00023 - Burgemeestersstraat/Jan Odeurslaan: afschaffing deel van voetweg nr. 29 - voorlopige aanvaarding - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

De voetweg met nr. 29 is opgenomen in de Atlas der Buurtwegen met ingeschreven breedte van 1 meter, met tevens een breder gedeelte met een variabele breedte tussen 6 meter en 7,40 meter, lopende via de Burgemeestersstraat, de oude bedding van de waterloop ‘Meulebeek’ naar de Jan Odeurslaan. Deze oude voetweg loopt over de percelen op heden kadastraal gekend als zijnde Heers, 11e afdeling, sectie B, nrs. 351B, 345A, 537F2, 364N en openbaar domein.

De voetweg nr. 29 werd oorspronkelijk opgevat als een verbinding tussen de huidige Jan Odeurslaan en de Burgemeestersstraat. Waarbij deze trage verbinding liep over de Herk, zijnde een onbevaarbare waterloop, dienende om een ontsluiting te bieden voor de zachte mobiliteit.

Deze functie is echter doorheen de jaren verloren geraakt, aangezien de voetweg op heden geen enkel openbaar gebruik meer kent en er op het terrein geen fysieke sporen hiervan meer terug te vinden zijn. Uit topografische kaarten en historische luchtfoto’s blijkt dat het openbaar gebruik van de trage verbinding teloor is gegaan minder dan dertig jaar gelegen.

Het verlies van het openbaar gebruik van de trage verbinding is te wijten aan een gebrek van een oversteekplaats of -mogelijkheid over de onbevaarbare waterloop Herk, waarbij de zone net naast de waterloop tevens volledig dichtgegroeid is. Bovendien bevindt de voetweg nr. 29 zich op heden in een afgesloten weide, waardoor de publieke toegankelijkheid onmogelijk is.

De voetweg is gelegen in woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan ‘Sint-Truiden – Tongeren’ zoals goedgekeurd op 5 april 1977. Langs noordelijke zijde sluit de voetweg aan op de Jan Odeurslaan, Bovelingenstraat en de daar aanwezige verkavelingen. Langs zuidelijke zijde is de voetweg aangesloten op de Burgemeestersstraat met bewoning in de vorm van een woonlint.

De beschikbare ruimte binnen het ruimere gebied waarin de voetweg nr. 29 gelegen is, laat nog mogelijkheden toe om toekomstige projecten te realiseren met het inbegrip van de aanleg van gemeentewegen en/of de aanpassing daarvan. Echter dienen deze aanpassingen en toevoegingen aan het gemeentelijk wegennet op een duurzame, logische, doordachte en verkeersveilige wijze te gebeuren.

Gelet op het verlies van de openbare toegankelijkheid, bereikbaarheid en het gebruik van de voetweg nr. 29, dringt een gedeeltelijke opheffing van deze voetweg zich op. Gedeeltelijk doordat er voor het gebied liggende aan de Burgemeestersstraat toekomstige ontwikkelingen mogelijk geacht worden, waarbij een gedeelte van deze voetweg nog een functionele invulling kan verkrijgen in het gemeentelijk wegennet.

Argumentatie

Overeenkomstig artikel 85 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen worden alle gemeentelijke wegen en buurtwegen in de zin van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen thans beschouwd als gemeenteweg, waarbij ingevolge artikel 86 van hetzelfde decreet de Atlas der Buurtwegen zijn verordenende kracht behoudt.

Overwegende dat de voetweg met nr. 29 kwalificeert als een gemeenteweg in de zin van het Decreet houdende de gemeentewegen, waarbij ingevolge artikel 8 van dit decreet niemand een gemeenteweg kan aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder een voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.

Overwegende dat artikel 3 van het Decreet houdende de gemeentewegen bepaalt dat er bij wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet bijzondere aandacht dient uit te gaan naar het trage wegennetwerk:

“Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. 

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op: 

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau; 

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”

Overwegende dat artikel 4 van het Decreet houdende de gemeentewegen bepaalt dat er bij wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet rekening moet gehouden worden met volgende principes:

“1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”

 Overeenkomstig de artikelen 8, 10, 20 en 21, §1, van het Decreet houdende de gemeentewegen wordt aan het voorliggende dossier een grafisch plan toegevoegd zoals opgesteld door het studiebureau Geotec, en dan in het bijzonder door landmeter-expert Peter Gijsen. Dit grafisch plan werd opgesteld op 25 september 2023.

 Aanvullend maakt ook een schattingsverslag deel uit van het dossier, zoals opgesteld door het studiebureau Geotec, en dan in het bijzonder door landmeter-expert Peter Gijsen. Dit schattingsverslag dateert van 8 oktober 2023.

 Overwegende dat de wijziging aan het gemeentelijk wegennet als volgt kan worden gemotiveerd:

 Algemeen belang

 Overeenkomstig art. 4, 1° Decreet houdende de gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.

 Het voorliggende grafisch plan tot gedeeltelijke opheffing van de voetweg nr. 29 is ingegeven vanuit de vaststelling dat deze voetweg op heden niet langer aanwezig is op het terrein. Vanwege de fysieke barrière van de onbevaarbare waterloop Herk en de afsluiting van een gedeelte van deze voetweg door een afgesloten weide, blijkt duidelijk dat deze verbinding geen meerwaarde vormt voor het gemeentelijk wegennet.

 Sterker nog zorgt de voetweg nr. 29 ervoor dat toekomstige ontwikkelingen aan het gemeentelijk wegennet die wel een meerwaarde hiervoor kunnen uitmaken, bemoeilijkt worden. Aan de noordzijde is de voetweg gelegen in een reeds gerealiseerde verkaveling, doch is er geen fysiek pad aanwezig.

 Aan de zuidelijke zijde is de voetweg gelegen binnen pluviaal overstromingsgevoelig gebied. De realisatie van de voetweg, of verplaatsing daarvan binnen de ruimtelijke context, is niet mogelijk aangezien de omgeving reeds waterbufferende en – infiltrerende maatregelen vereist, zonder dat er voorzien wordt in bijkomende verharding binnen het gebied. 

 Hoewel het voorzien van een wegenis in dit gebied niet onmogelijk is, heeft zulks een negatieve impact op het gemeentelijk wegennet aangezien niet de bereikbaarheid, toegankelijkheid en verkeersveiligheid het principieel uitgangspunt zullen uitmaken, doch wel de ruimtelijke ligging en de impact op de waterhuishouding.

 Tussen de Jan Odeurslaan en de Burgemeestersstraat is nog voldoende beschikbare ruimte gelegen om nieuwe toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken, waarbij het gemeentelijk wegennet aangepast moet worden. Daarbij wordt een nieuwe verkaveling voorzien ter hoogte van de Burgemeestersstraat, waarbij parallel aan deze gemeenteweg enkele nieuwe loten voorzien worden voor bebouwing.

 Door de gedeeltelijke opheffing van de voetweg nr. 29 wordt het gemeentelijk wegennet logisch ingericht en kunnen hierop doordachte toekomstige aansluitingen op aangebracht worden, rekening houdende met de verkeersveiligheid en mobiliteit. De aanwezigheid van de voetweg, indien deze niet opgeheven zou worden, zorgt ervoor dat zowel het gemeentelijk wegennet als de voorziene ontwikkelingen niet langer tegemoetkomen aan de doelstellingen van het Decreet houdende de gemeentewegen.

 Bovendien werden er ook principes en doelstellingen vastgelegd in het ‘Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoersregio Limburg’ dat op 11 december 2023 definitief goedgekeurd werd. Binnen dit mobiliteitsplan wordt tevens aangegeven dat het wegennetwerk geoptimaliseerd moet worden om de bestaande en toekomstige infrastructuur toe te laten hun functie uit te oefenen. Waarbij de selectieve aanpak van bestaande verbindingen, zoals de opheffing of verplaatsing, aangemoedigd worden om de functionaliteit, bereikbaarheid en mobiliteit van het gemeentelijk wegennet te verzekeren.

 Uitzonderingskarakter wijziging, verplaatsing of afschaffing

 Overeenkomstig art. 4, 2° Decreet houdende de gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd dient te worden.

 Blijkens de memorie van toelichting bij het Decreet houdende de gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.

 Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie, waarbij conform het principe van de ‘ladder van Lansink’ nagegaan moet worden of een behoud dan wel een verplaatsing geen alternatief kunnen bieden alvorens over te gaan tot de opheffing van de trage weg.

 De voetweg nr. 29 is vanwege zijn beperkte breedte van 1 meter en zijn oorspronkelijke inschrijving in de Atlas der Buurtwegen als ‘Sentier’ opgevat als een trage verbinding bedoeld om de zachte mobiliteit te ontsluiten. Waarbij er tevens een bredere gedeelte aanwezig is, ingeschreven met een variabele breedte tussen 6 meter en 7,40 meter, en dit gedeelte geen verbinding is voor zachte mobiliteit.

 Zoals reeds aangestipt bij de voorgaande motieven is een behoud van de voetweg nr. 29 slechts gedeeltelijk mogelijk, dit betreffende het ‘bredere’ gedeelte van deze voetweg aangezien dit bredere gedeelte nog een plaats kan verkrijgen binnen het gemeentelijk wegennet als ontsluitingsweg voor toekomstige ontwikkelingen en/of projecten en als aantakking op voetweg nr. 31.

 Het beperktere gedeelte, met een breedte van 1 meter, kan vanwege de afsluiting van een gedeelte van dit tracé en vanwege de onbereikbaarheid, en de natuurlijke barrière, niet behouden worden. De aanwezige begroeiing en het gebrek aan een oversteekplaats over de Herk zorgen voor een onveilige verbinding.

 Tot slot brengt het overstromingsgevoelig karakter van de omgeving waarin de voetweg gelegen is met zich mee dat er waterbufferende maatregelen vereist worden, waarbij de ligging en uitrusting van de voetweg, bij realisatie, hier een negatief effect op zullen hebben. Een behoud op de huidige ligging zou dus niet enkel een toekomstige ruimtelijke ontwikkeling doch eveneens een toekomstige ontwikkeling van het gemeentelijk wegennet verhinderen.

 De toekomstige ontwikkeling van de verkaveling langsheen de Burgemeestersstraat voorziet in een uitgraving van het gebied naast de Herk om zo in een waterbuffering te voorzien, waarbij een hellingsgraad voorzien wordt. Door de aanleg van deze waterbufferingszone is het niet gewenst om hierdoor de realisatie op te nemen van voetweg nr. 29, evenmin aangezien langs de noordelijke zijde van de waterloop Herk ook geen fysieke verbinding aanwezig is.

 Bovendien is er geen ander tracé waarnaar de trage verbinding verplaatst kan worden, aangezien er op heden nergens een oversteek over de Herk voorzien wordt, noch een ‘logische’ verbinding gerealiseerd kan worden. Noch is er een andere trage verbinding beschikbaar in de buurt om op aan te sluiten, waardoor een verplaatsing niet geschikt is.

 Gelet op de onmogelijkheid om de trage verbinding te behouden en deze te verplaatsen, is de voorgenomen wijziging verantwoord.

 Verkeersveiligheid

 Overeenkomstig art. 4, 3° Decreet houdende de gemeentewegen dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.

 De voetweg nr. 29 heeft in zijn bestaande toestand een impact op de verkeersveiligheid, aangezien de verbinding niet beschikt over een oversteekplaats over de Herk en door een dichtbegroeide groenzone dient te verlopen. Deze omstandigheden, inbegrepen een gebrek aan een fysieke aanwezigheid van enig pad, maken dat de verbinding verkeersonveilig is voor de zachte weggebruikers.

 Door de opheffing van de voetweg nr. 29 wordt de mogelijkheid gecreëerd om op andere wijzen invulling te geven aan het gebied en te komen tot een ruimtelijk doordacht wegennet, dat een balans vindt tussen de mobiliteit en de verkeersafwikkeling en anderzijds de ruimtelijke ontwikkeling.

 Met de voorliggende gedeeltelijke opheffing wordt duidelijkheid gecreëerd en wordt vermeden dat zachte weggebruikers gebruik zouden maken van een verkeersonveilige verbinding, waarvan er op heden geen enkel openbaar gebruik meer mogelijk is.

 Hoewel de trage verbindingsweg in se een ontsluitende functie kan omhelzen, wordt deze functie op heden niet langer vervult aangezien het openbaar gebruik teloor is gegaan. Tevens lijkt er ook geen gebruik of noodzaak meer te zijn als ontsluitende functie, gelet de verbinding minder dan dertig jaar geleden in onbruik geraakt is – hetgeen erop wijst dat het verkeer stelselmatig is verminderd.

 De impact van de opheffing op de ontsluiting van de aangrenzende percelen is aldus nihil aangezien deze gelegen zijn langs de goed uitgeruste gemeentewegen Burgemeestersstraat en Jan Odeurslaan. 

 Niettemin gaat over dit aspect ook de nodige aandacht uit naar de toekomstige ontwikkeling van het gebied, waarbij de voorziene verkaveling langs de Burgemeestersstraat zal voorzien in een publiek toegankelijke zone, weliswaar op een andere locatie. Als zodanig wordt bij wijze van zakenrechtelijk gedogen nog toegelaten dat er enige ontsluiting kan plaatsvinden, doch zal dit uiterst beperkt zijn.

 Gemeentegrensoverschrijdend perspectief

 Overeenkomstig art. 4, 4° Decreet houdende de gemeentewegen dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief. 

 In voorkomend geval paalt de betrokken wegenis evenwel niet aan een van de aanpalende gemeenten, noch kan door gedeeltelijke opheffing van de voetweg nr. 29 redelijkerwijze enige hinder voor de buurgemeenten verwacht worden. 

 Dit gezien de wegenis reeds in onbruik geraakt is en het openbaar gebruik gestopt is. 

 Actuele functie – toekomstige generaties

 Overeenkomstig art. 4, 5° Decreet houdende de gemeentewegen dient rekening gehouden te worden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.

 Hierbij dient allereerst vastgesteld te worden dat de voetweg nr. 29 op heden geen enkel openbaar gebruik meer kent, waardoor de wegenis zelf geen enkele ruimtelijke behoefte meer vervuld. De opheffing biedt de mogelijkheid om binnen de omgeving ontwikkelingen uit te voeren, met aandacht voor het gemeentelijk wegennet.

Daarbij kan o.m. verwezen worden naar de toekomstige verkaveling langs de Burgemeestersstraat waarin de voetweg nr. 29 geen plaats meer zal hebben, dit o.m. door de talrijke maatregelen die binnen het kader van de waterhuishouding genomen moeten worden.

 De opheffing voorziet aldus de toekomstige generaties in de mogelijkheid om ontwikkelingen te verrichten en hun ruimtelijke behoeften in te passen in het gemeentelijk wegennet. Met daardoor logische en doordachte aanpassingen aan het gemeentelijk wegennetwerk in navolging.

 In die optiek kan verwezen worden naar de publiek toegankelijke zone die voorzien zal worden in de nieuwe verkaveling, waarbij de toegankelijkheid van de zone gewaarborgd wordt op zakenrechtelijk niveau. Door de opheffing van de voetweg wordt tevens de opening gecreëerd om naar de toekomstige generaties toe geschikte alternatieven en duurzame toekomstige oplossingen mogelijk te maken.

 Ook wordt op deze de verkeersveiligheid van de toekomstige generaties verzekert, doordat niet langer enige onduidelijkheid zal bestaan of men langs een onveilig tracé, zonder oversteekmogelijkheid en met dichte begroeiing, doorgang kan vinden.

Overwegende dat ingevolge artikel 20, §§2-3 van het Decreet houdende de gemeentewegen, het grafisch plan dient te voldoen aan volgende voorschriften:

 “§ 2. Het besluit tot opheffing van een gemeenteweg bevat een grafisch plan waarop minstens de volgende elementen zijn aangeduid: 

1° de op te heffen rooilijn, het op te heffen rooilijnplan of het desbetreffende deel daarvan; 

2° de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de aanpalende kadastrale percelen en onroerende goederen; 

3° de naam van de eigenaars van de aanpalende kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn. 

 § 3. In voorkomend geval bevat het grafisch plan de volgende aanvullende elementen: 

1° een berekening van de eventuele waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de opheffing van de gemeenteweg overeenkomstig artikel 28; 

2° de nutsleidingen die als gevolg van de opheffing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen; 3° de op te heffen achteruitbouwstroken.”

 Het grafisch plan, zoals opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen op 25 september 2023, bevat een duidelijke weergave van de op te heffen rooilijnen alsook worden de kadastrale gegevens van de betrokken percelen voldoende duidelijk vermeld, alsook de getroffen oppervlaktes per kadastraal perceel.

Ook worden de nutsleidingen correct weergegeven, en wordt op het grafisch plan geen meerwaardevergoeding vermeld in toepassing van artikel 28 van het Decreet houdende de gemeentewegen. Volgens het gevoegde schattingsverslag, zoals opgesteld door landmeter-expert Peter Gijsen, wordt de meerwaardevergoeding begroot op 0,00 EURO omwille van volgende overwegingen:

Het gedeelte van de Sentier nr. 29 zorgt voor een verbinding tussen de Jan Odeurslaan en de Burgemeestersstraat. Er is vastgesteld dat het openbaar karakter van deze verbinding is verdwenen, zoals hieronder uiteengezet:

- Onderbreking van het tracé door waterloop de Herk: Het feit dat de Sentier nr. 29 de waterloop de Herk doorkruist zonder een brugje om deze over te steken, resulteert in een onderbreking van het tracé van de weg. Dit maakt de doorgang onmogelijk en onveilig voor voetgangers.

- Beperkte toegankelijkheid door een afgesloten weide: De Sentier nr. 29 bevindt zich binnen een afgesloten weide, waardoor deze voor het publiek ontoegankelijk is geworden. Dit draagt bij aan het verlies van het openbare karakter van de weg en beperkt het gebruik ervan.

De geplande nieuwe verkaveling zal de initiële verbinding tussen de Jan Odeurslaan en de Burgemeestersstraat herstellen door de aanleg van een brugje over de waterloop de Herk ter hoogte van de Jan Odeurslaan en lot 18 (zone voor publiek toegankelijk groen: zie bijlage p.15). Hierdoor wordt de verbinding verlegd naar een locatie waar deze niet langer onderbroken is.

Op basis van deze overwegingen is het gerechtvaardigd om geen bijkomende vergoeding te vragen voor het afschaffen van het betreffende Sentier-gedeelte, aangezien er een alternatieve oplossing wordt geboden om de verbinding te herstellen.


Fractie N-VA legt een stemverklaring af die als bijlage aan de notulen wordt toegevoegd.

Juridische grond

Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

Regelgeving bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
<p>Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad stelt het grafisch plan voor de gedeeltelijke opheffing van de voetweg nr. 29 van 25 september 2023 van landmeter-expert Peter Gijsen van studiebureau Geotec vast.

Artikel 2

Het college van burgmeester en schepenen wordt belast met de organisatie van het openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 21; § 2 van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.