De gemeenteraad keurt de notulen van de vorige zitting goed.
De stad Hasselt en de gemeente Kortessem hebben op 21 november 2023 definitief goedkeuring gegeven aan een vrijwillige samenvoeging op gemeentelijk vlak per 1 januari 2025. De steden Borgloon en Tongeren hebben gelijkaardig besloten op 17 oktober 2023.
Deze voorgenomen gemeentefusies, beslist door de Vlaamse overheid, hebben noodgedwongen ook gevolgen voor de politiezones waarvan de betrokken gemeenten deel uitmaken. Zo zal op 1 januari 2025 moeten worden vastgesteld dat het grondgebied van de politiezones Kanton Borgloon, Limburg Regio Hoofdstad (LRH) en Tongeren-Herstappe veranderd is in de zin dat de gemeente Kortessem en de stad Borgloon door hun gemeentelijke fusie met respectievelijk de stad Hasselt en de stad Tongeren niet langer deel uitmaken van de politiezone Kanton Borgloon.
Het restant van deze politiezone, zijnde de gemeenten Alken, Heers en Wellen kan op zich onmogelijk een politiezone blijven uitmaken gelet op de vereiste van het verzekeren van een basispolitiezorg, zodat het past deze situatie per 1 januari 2025 proactief te regelen en de continuïteit van de politiewerking voorop te stellen.
In die optiek heeft de gemeente Alken op 25 mei 2023 en op 30 augustus 2023 de wens geuit om de politiezone Kanton Borgloon te verlaten en per 1 januari 2025 aan te sluiten bij de politiezone LRH. De gemeente Kortessem deed hetzelfde bij gemeenteraadsbeslissing van 26 mei 2023.
De stad Borgloon heeft op haar beurt op 26 oktober 2023 formeel beslist om per 1 januari 2025 aan te sluiten bij de politiezone Tongeren-Herstappe. Ook de gemeenten Heers en Wellen hebben in de toekomst voor deze zone gekozen, meer bepaald bij gemeenteraadsbesluit van 30 oktober 2023 respectievelijk 27 oktober 2023.
In deze voornoemde besluiten werd aldus door de vijf gemeenten gekozen om de politiezone Kanton Borgloon per 1 januari 2025 vrijwillig te ontbinden en aan te sluiten bij andere zones. Dit houdt meteen in dat men de huidige legislatuur in de drie bij de wijziging betrokken politiezones kan uitdoen.
In elk van deze betreffende gemeenteraadsbesluiten werd daarnaast de operationele en organisatorische meerwaarde van de keuze voor aansluiting bij een bepaalde politiezone gemotiveerd, een eerste stap in de procedure van vrijwillige defusie zoals bepaald door art. 91/11 WGP.
De tweede stap behelst het akkoord van alle bij de voorliggende wijziging betrokken gemeenten.
Dit akkoord wordt vandaag aan de gemeenteraad voorgelegd.
Met de ontbinding van de politiezone Kanton Borgloon op 1 januari 2025 zal het personeel, goederen, activa en passiva van deze zone worden verdeeld over de zones waarbij wordt aangesloten. De regelgeving bepaalt hieromtrent dat :
In die optiek zal bijvoorbeeld het hoofdcommissariaat door keuze van Borgloon voor de politiezone Tongeren-Herstappe overgaan naar deze laatste, terwijl het wijkkantoor in Alken naar de zone LRH zal verschuiven.
De artikelen 91 /12 en 257quinquies/12 WGP bepalen daarom dat naast de uitdrukkelijke verwijzing naar de operationele meerwaarde uit stap 1 bij de aanvraag op advies van de betrokken korpschefs volgende bijlagen gevoegd:
Deze lijsten zijn als bijlagen bij dit besluit gevoegd. Het weze opgemerkt dat uit de parlementaire voorbereiding van de wet blijkt dat deze verdeling (en bijlagen) uiteraard alleen betrekking heeft op de zone waaruit wordt vertrokken. Het personeel, goederen, activa en passiva van de politiezone waarbij wordt aangesloten gaat integraal mee over naar de nieuwe zone.
De wetgeving vergt het akkoord van de gemeenteraden, niet van de politieraden. Toch past het vanuit goed bestuur de organen van de betrokken politiezone te betrekken in het verloop van de procedure en hen derhalve regelmatig te informeren.
Vanaf dit besluit worden de bevoegdheden van de organen van de huidige politiezones Kanton Borgloon, LRH en Tongeren-Herstappe beperkt tot de handelingen die voortvloeien uit het dagelijks beheer, die gaan over de dringende zaken of die betrekking hebben op de lopende zaken. Sanctie is de niet-tegenstelbaarheid aan de organen van de nieuwe politiezones (art. 257quinquies/11 juncto 257quinquies/4 WGP).
Tevens worden de organen van de nieuwe politiezones opgericht. Wat de politieraad betreft, moeten er in principe geen politieraadsverkiezingen worden gehouden vermits de ontbinding van de zone Kanton Borgloon en aansluiting van de gemeenten bij hetzij de zone LRH hetzij de zone Tongeren-Herstappe gepaard gaat met de gemeentelijke fusies Kortessem-Hasselt en Borgloon-Tongeren. De bevoegdheden van de politieraad worden in dit geval uitgeoefend door alle betrokken gemeenteraden van de nieuwe politiezone tot aan de instelling van de nieuwe zones en de algehele vernieuwing van de politieraden begin 2025. Ook worden er in afwachting geen nieuwe politiecolleges gevormd. De bevoegdheden van het politiecollege in de nieuwe politiezones worden tot aan de instelling van de nieuwe zones gezamenlijk uitgeoefend door alle in de respectieve zone betrokken burgemeesters.
Zo moet het mandaat van korpschef in de zgn. ontvangende zones (= zones waarnaar de gemeenten van de gedefusioneerde zone bij aansluiten) niet worden vacant verklaard, omdat deze wijzigingsoperatie zoals hoger gesteld zowel voor de aansluiting bij de zone LRH als voor de aansluiting bij de zone Tongeren-Herstappe gepaard gaat met een fusie van gemeenten (art. 257quinquies/17 WGP). Dit principe geldt mutatis mutandis ook voor de bijzonder rekenplichtige en de politiesecretaris. Bedoeling van deze uitzondering is om geen hiaat te krijgen in de politiebedeling en de voorbereiding naar de nieuwe zonestructuur meteen van start te kunnen laten gaan. Er begint geen nieuw mandaat van korpschef te lopen. De termijn van diens mandaat in de huidige, ontvangende zone blijft doorlopen.
Ter voorbereiding van de nieuw te vormen politiezones zullen in de tussenperiode van 2024 eveneens een aantal zaken moeten worden aangevraagd of stukken worden opgemaakt, waaronder:
Bepaalde beslissingen kunnen de nieuwe zones in wording in dit stadium nog niet treffen, zoals overheidsopdrachten lanceren of personeel werven.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikelen 2, 40 en 41, 9°.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikelen 91/11 e.v. evenals 257quinquies/11 e.v.
Het Koninklijk Besluit van 27 december 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Limburg in politiezones.
Er wordt een gemotiveerde aanvraag tot wijziging per 1 januari 2025 van de grenzen van de politiezone Tongeren-Herstappe en de politiezone kanton Borgloon ingediend bij de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie in die zin dat de gemeenten Borgloon, Heers en Wellen toetreden tot de huidige politiezone Tongeren-Herstappe. Er wordt notie genomen van het feit dat de gemeenten Alken en Kortessem op dezelfde datum toetreden tot de politiezone Limburg Regio Hoofdstad (LRH).
Op advies van de korpschefs van de politiezones Limburg Regio Hoofdstad (LRH), Kanton Borgloon en Tongeren-Herstappe worden volgende handelingen aangenomen:
Het personeel, de goederen en activa en passiva van de huidige politiezone Tongeren-Herstappe zullen integraal naar de betreffende nieuwe, hierboven omschreven politiezone overgaan.
De projectvereniging ‘wijk-werken Haspengouw’ werd oorspronkelijk voor 6 jaar opgericht om het wijk-werken te organiseren in de regio vanaf juli 2018.
8 Haspengouwse gemeenten verenigden zich; Sint-Truiden, Gingelom, Nieuwerkerken, Heers, Borgloon, Wellen, Kortessem en Alken (zie originele statuten als bijlage).
Vervolgens, in 2020, werd de opdracht van de vereniging uitgebreid met extra bovenlokale taken met betrekking tot het beleidsdomein sociale economie en tewerkstelling. De statuten werden in die zin aangepast (zie statuten als bijlage).
De vereniging kende een naamswijziging in 2023 (zie statuten in bijlage).
Een projectvereniging kent een wettelijke termijn van maximaal 6 jaar, dus de erkenning van ‘Bijzig’ stopt eind juni 2024.
Wegens de fusies van Borgloon en Kortessem vanaf 2025, is een eenvoudige verlenging met 6 jaren niet mogelijk.
Na intensief overleg met VVSG en ABB komen we tot het besluit dat er slechts 1 juridisch correcte piste bestaat voor continuering van de projectvereniging.
Deze procedure wordt nu toegepast door de 8 deelnemende lokale besturen (nog in december 2023), omdat dit wettelijk niet wordt toegestaan in het verkiezingsjaar 2024.
Er is geen inhoudelijke wijziging.
Decreet Lokaal Bestuur
De gemeenteraad keurt de verlenging goed van de projectvereniging 'Bijzig' tot 31/12/2024.
De gemeenteraad keurt de statuten goed van de projectvereniging 'Bijzig' voor de duur van 5 jaar (van 1/1/2025 tot 31/12/2029).
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikels 326 tot en met 334) Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd.
De burgemeester heeft een brief ontvangen van de Kring voor het vrije denken waarin aandacht gevraagd wordt voor de soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog gefusilleerd werden als voorbeeld. Er werd een gesprek gevraagd met de burgemeester.
Een delegatie van deze Kring werd ontvangen op het gemeentehuis op 5 oktober 2023. Zij hebben hun punt nogmaals uiteengezet.
Een afvaardiging van de lokale werkgroep WO I en WO II was aanwezig en schaarde zich achter het initiatief.
Het is de bedoeling om bij de federale overheid dit eerherstel aan te kaarten. Daarom werd er aan het gemeentebestuur gevraagd om een motie goed te keuren.
De gemeenteraad van Heers schaart zich achter het voorstel om eerherstel te vragen voor de gefusilleerde soldaten die als voorbeeld werden gebruikt tijdens de eerste wereldoorlog.
De Algemene Vergadering van Fluvius Limburg Opdrachthoudende Vereniging heeft op 27 juni 2023 besloten tot partiële splitsing waarbij de deelneming van Fluvius Limburg OV in de coöperatieve vennootschap s-Lim en de activiteit zoals omschreven in het artikel 3 A.5. 5.3 van de statuten Fluvius Limburg, werden ondergebracht in de Dienstverlenende Vereniging s-Lim, met inwerkingtreding per 30 juni 2023. Deze beslissing werd authentiek verleden voor meester Xavier Desmet, notaris te Antwerpen, op 29 juni 2023.
S-Lim DV werd opgericht bij notariële akte op 30 juni 2023 als een dienstverlenende vereniging in de zin van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna het “DLB”). De dienstverlenende vereniging s-Lim werd gelijktijdig meerderheidsaandeelhouder in cv s-Lim, die over ruime kennis en ervaring in het kader van smart city-projecten beschikt.
S-Lim DV heeft tot statutair voorwerp onder meer: “het bevorderen van samenwerking ten behoeve van haar deelnemers, in hoofdzaak tussen steden en gemeenten, en het leveren van diensten aan haar deelnemers, rond de ontwikkeling van een geografisch gebied tot een Smart Region (“Slimme Regio”). Dit voorwerp houdt onder meer het volgende in:
In het licht van deze statutaire voorwerp wenst gemeente Heers een overeenkomst aan te gaan met s-Lim DV onder de voorwaarden van de samenwerkingsovereenkomst.
De gemeente Heers wenst over de mogelijkheid te beschikken om een beroep te kunnen doen op de diensten van s-Lim DV overeenkomstig haar statutair voorwerp. In het kader daarvan wenst de gemeente Heers een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met s-Lim DV. Deze samenwerkingsovereenkomst bevat de algemene afspraken voor de onderlinge samenwerking en financiële afspraken.
De Samenwerkingsovereenkomst geeft de mogelijkheid aan de gemeente om diensten af te nemen bij s-Lim en kadert binnen de statutaire voorwerp van de DV. De samenwerking wordt aangegaan als een raamovereenkomst waarbinnen in een later stadium projectspecifieke afspraken kunnen worden afgesloten die vervolgens als bijlage zullen gevoegd worden aan de Samenwerkingsovereenkomst. De juridische grondslag voor deze Samenwerkingsovereenkomst is gelijktijdig van toepassing op alle verder te sluiten projectspecifieke afspraken.
De mogelijkheid voor s-Lim DV om rechtstreeks diensten te verlenen aan de gemeente Hee, kadert binnen de toepassingsvoorwaarden van artikel 30 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (hierna de “Wet Overheidsopdrachten”). Meer bepaald oefent de gemeente Heers – zelf een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, lid 1, 1° van de Wet Overheidsopdrachten – op s-Lim DV een toezicht uit zoals op haar eigen diensten.
Dit toezicht uit zich in (a) de samenstelling van de algemene vergadering van s-Lim DV, die bestaat uit een vertegenwoordiger van alle deelnemers, waaronder de gemeente Hee, alsook in (b) de samenstelling van de raad van bestuur van s-Lim DV, die op voordracht van de gemeente Heers tot stand kwam.
Verder staat het vast dat s-Lim DV voor minstens 80% van haar jaarlijks gegenereerde omzet diensten verricht voor de toegetreden steden en gemeenten. Ten slotte is er in s-Lim DV geen directe participatie van privékapitaal. Zodoende is er sprake van een collectieve, verticale in-houserelatie tussen de gemeente Heers en s-Lim DV zoals bedoeld in artikel 30 van de Wet Overheidsopdrachten.
Zijn goedkeuring te hechten aan de samenwerkingsovereenkomst met s-Lim DV.
S-Lim DV te verzoeken om de nodige bestuurlijke en vennootschapsrechtelijke acties te ondernemen om uitvoering te kunnen geven aan bovenstaande beslissingen van deze gemeenteraad.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan s-Lim DV, ter attentie van het secretariaat, (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres info@s-Lim.be.
Het recente Besluit van de Vlaamse Regering (BVR RPR) van 20 januari 2023 biedt lokale besturen in Limburg meer flexibiliteit en autonomie in hun HR-beleid. Ook beoogt het besluit om externe mobiliteit tussen overheidsniveaus te stimuleren. Tot slot introduceert het kaderbesluit ook verschillende moderne HRM-instrumenten voor de lokale en provinciale besturen.
Alle kenmerken van de arbeidsmarkt wijzen erop dat de “war for talent” niet zal verbeteren, met een stijging van het aantal knelpuntfuncties tot gevolg. Hierdoor stijgt het risico op zowel opwaartse druk op onze loonschalen als braindrain naar de privésector. Als nu reeds bij besturen het gevoel bestaat dat we elkaars beste collega’s van elkaar afsnoepen met betere voorwaarden, kan dit nog verergeren als elk bestuur zijn eigen verloningsbeleid zal creëren. De Regioraad Limburg wenst de mogelijkheden van het nieuwe BVR RPR te onderzoeken met als doel de ontwikkeling van een gemeenschappelijk Limburgs kader en de daarmee samenhangende HR instrumenten.
De Regioraad Limburg wenst gezamenlijke opdrachten te organiseren voor het uitvoeren van een onderzoek in het kader van een nieuw totaal verloningsbeleid. Hiertoe werd vastgesteld dat de besturen een gezamenlijk belang hebben omdat / omwille van:
Volgende gezamenlijke opdrachten zijn in de eerste fase noodzakelijk om conceptueel een nieuw verloningsbeleid uit te werken:
Deze gezamenlijke opdrachten hebben tot doel te komen tot de ontwikkeling van een conceptueel gemeenschappelijk Limburgs kader waarvan alle deelnemende besturen (partijen) eigenaar zijn.
Middels de samenwerkingsovereenkomst worden duidelijke afspraken gemaakt voor de verdere organisatie van deze gezamenlijke opdrachten.
Het vervolgtraject kan bestaan uit de aanstelling van een dienstverlener ter ondersteuning bij de implementatie van een bepaald model binnen het lokaal / provinciaal bestuur.
Het vervolgtraject kan desgevallend tevens via één of meer occasionele gezamenlijke opdrachten georganiseerd worden. De afspraken daarover zullen in een bijakte aan de samenwerkingsovereenkomst overeengekomen worden.
Stad Hasselt zal optreden als penhouder en staat in voor de opmaak van de opdrachtdocumenten, van het selectieverslag/verslag van nazicht van de offertes, …. De deelnemende lokale besturen dienen wel de selectie/gunningsbeslissing door hun eigen bevoegde organen te laten goedkeuren. Er wordt een boeteclausule voorzien voor het geval dat een partij deze samenwerkingsovereenkomst na ondertekening alsnog wenst te beëindigen.
Aangezien het aantal partijen van deze samenwerkingsovereenkomst nog niet vaststaat en de overeenkomst dus nog niet gefinaliseerd kan worden, wordt het ontwerp ervan ter goedkeuring voorgelegd. De finalisering van de samenwerkingsovereenkomst betreft enkel de toevoeging van alle deelnemende partijen.
Aangezien het aantal deelnemers wel gevolgen heeft voor de respectievelijke financiële bijdrage van de deelnemende (lokale / provinciale) besturen, wordt er een voorbehoud geformuleerd dat een bestuur zich pas verbindt om de definitieve versie van de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen wanneer tegen uiterlijk 31 december 2023 is komen vast te staan dat er minimum 20 dan wel minimum 30 (lokale / provinciale) besturen deelnemen aan deze samenwerkingsovereenkomst.
Er zal overgegaan worden tot ondertekening van de definitieve samenwerkingsovereenkomst indien er minimum 30 deelnemende partijen zijn.
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen van 20 januari 2023
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 48
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen
De gemeenteraad keurt bijgevoegd ontwerp van samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten goed. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt nog gefinaliseerd door toevoeging van de deelnemende partijen.
De gemeenteraad keurt goed dat overgegaan wordt tot ondertekening van de definitieve versie van deze samenwerkingsovereenkomst op voorwaarde dat tegen uiterlijk 31 december 2023 minimum 30 partijen aansluiten bij deze samenwerkingsovereenkomst op basis van een goedkeuringsbesluit van het bevoegde orgaan van de deelnemende partijen.
Vanaf 2020 moet de gemeente en het OCMW een gezamenlijk meerjarenplan 2020-2025 (2026) opmaken volgens de regels over de beleids- en beheerscylclus (BBC).
De aanpassing van het voorliggende meerjarenplan 2020-2025 (2026) is een gezamenlijk beleidsrapport waarin de beleidsdoelstellingen en ramingen van zowel gemeente als van het OCMW zijn opgenomen.
De aanpassing van het meerjarenplan en de bijhorende documentatie werden op 1 december 2023 digitaal aan de raadsleden bezorgd.
De wettelijke rapporten tonen aan dat het geraamde beschikbaar resultaat per boekjaar groter of gelijk is aan nul, en de autofinancieringsmarge in het laatste jaar van het meerjarenplan (2025) groter of gelijk is aan nul.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Art. 249 §3 van het decreet lokaal bestuur bepaalt in het bijzonder dat de gemeente en het OCMW hun meerjarenplan delen, maar dat zij elk bevoegd blijven voor de vaststelling van hun deel.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscylus van de lokale besturen en het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften beschrijven de manier waarop de beleidsrapporten dienen opgemaakt te worden en bepaalt ook de inhoud van het meerjarenplan.
Volgens de omzendbrief KB/ABB 2019/4 houdt deze nieuwe procedure in dat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de OCMW-raad heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De gemeenteraad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2026) - (herziening 5) vast voor het gedeelte van de gemeente.
Vanaf 2020 moet de gemeente en het OCMW een gezamenlijk meerjarenplan 2020-2025 (2026) opmaken volgens de regels over de beleids- en beheerscylclus (BBC).
De aanpassing van het voorliggende meerjarenplan 2020-2025 (2026) is een gezamenlijk beleidsrapport waarin de beleidsdoelstellingen en ramingen van zowel gemeente als van het OCMW zijn opgenomen.
Het meerjarenplan en de bijhorende documentatie werden op 1 december 2023 digitaal aan de raadsleden bezorgd.
De wettelijke rapporten tonen aan dat het geraamde beschikbaar resultaat per boekjaar groter of gelijk is aan nul, en de autofinancieringsmarge in het laatste jaar van het meerjarenplan (2025) groter of gelijk is aan nul.
Het gedeelte OCMW uit de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2026) werd door de OCMW-raad vastgesteld.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Art. 249 §3 van het decreet lokaal bestuur bepaalt in het bijzonder dat de gemeente en het OCMW hun meerjarenplan delen, maar dat zij elk bevoegd blijven voor de vaststelling van hun deel.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscylus van de lokale besturen en het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften beschrijven de manier waarop de beleidsrapporten dienen opgemaakt te worden en bepaalt ook de inhoud van het meerjarenplan.
Volgens de omzendbrief KB/ABB 2019/4 houdt deze nieuwe procedure in dat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de OCMW-raad heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2026) - (herziening 5) - deel OCMW - goed.
De goedgekeurde aanpassing meerjarenplan 2020-2025 (2026) met bijhorende documentatie zal op de gemeentelijke website worden gepubliceerd.
Het afschrift van dit besluit zal samen met de digitale rapportering van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2026) verzonden worden aan het Agentschap Binnenlands Bestuur voor de uitoefening van het bestuurlijke toezicht.
In de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2026) zijn nominatieve subsidies ingeschreven.
Volgens art. 41,23° van het Decreet Lokaal Bestuur is het toekennen van nominatieve subsidies een bevoegdheid van de gemeenteraad.
De gemeenteraad keurt de lijst (als bijlage) van de nominatieve subsidies 2024, zoals voorzien in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2026), goed.
Het besluit van het politiecollege van 10 november 2023 waarbij goedkeuring werd verleend aan de prognoses van de gemeentelijke dotatie aan de politiezone voor de periode 2024-2026.
De prognoses van de gemeentelijke dotaties voor de gemeente Heers zijn:
- voor 2024 € 589.704,98
- voor 2025 € 607.396,13
- voor 2026 € 625.618,01
Dit moet ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd worden.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in het bijzonder artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid.
Het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone.
De bijdrage van de gemeente Heers voor het jaar 2024, zoals gevraagd door PZ Kanton Borgloon, zijnde € 589.704,98 goed te keuren en aan de politiezone toe te kennen.
Afschrift van deze beslissing over te maken aan:
- de gouverneur van de provincie Limburg (fedraaltoezicht@limburg.be)
- PZ Kanton Borgloon
- de financieel directeur
Voetbalclub Kon. Heers VV diende op 15 november 2023 een aanvraag in voor een infrastructuursubsidie, werken uitgevoerd in 2023.
Als bewijsstuk werden bij de aanvraag facturen gevoegd.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekening en op de aanwending van sommige toelagen.
Aan voetbalclub Kon. Heers VV wordt een infrastructuursubsidie van € 1.300 toegekend.
Deze som is voorzien onder MJP 000471 649010/03/0742.
Voetbalclub RCH Horpmaal diende op 27 november 2023 een aanvraag in voor een infrastructuursubsidie, werken uitgevoerd in 2023.
Als bewijsstuk werden bij de aanvraag facturen gevoegd.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekening en op de aanwending van sommige toelagen.
Aan voetbalclub RCH Horpmaal wordt een infrastructuursubsidie van € 1.300 toegekend.
Deze som is voorzien onder MJP 000471 649010/03/0742.
Voetbalclub EMBO diende op 30 november 2023 een aanvraag in voor een infrastructuursubsidie, werken uitgevoerd in 2023.
Als bewijsstuk werden bij de aanvraag facturen gevoegd.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekening en op de aanwending van sommige toelagen.
Aan voetbalclub EMBO wordt een infrastructuursubsidie van € 1.300 toegekend.
Deze som is voorzien onder MJP 000471 649010/03/0742.
Dit dossier moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad omdat het buiten de bevoegdheid van het college gaat.
Het project betreft de herinrichting van de doortocht van Heers N3 tussen kilometerpunt 72,02 en kilometerpunt 73,11 , ruwweg tussen het kruispunt met de Salvialaan en de aansluitingen met de Hoolstraat.
Gekoppeld aan de wegeniswerken worden ook rioleringswerken uitgevoerd die de aanleg van een RWA en een DWA stelsel inhouden, alsook de aanleg van bufferbekkens.
Het Vlaams Gewest (AWV) wenst de volgende werken uit te voeren :
Aquafin wenst volgende werken uit te voeren :
Projectnummer Aquafin: 23.666
De gemeente Heers wenst volgende werken uit te voeren :
De kosten ten laste van de gemeente in fase 2 bedragen 75.492,00€ incl.BTW.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid.
De gemeenteraad neemt kennis van het typebestek fase 2 van de herinrichting van de N3.
De gemeenteraad neemt kennis van de kostenraming aanleg fietspaden en riolering lans de N3.
Omwille van de verkeersveiligheid wordt de verkeersregeling op Pepingenlaan vanaf het kruispunt met de Kloosterstraat tot het kruispunt met het Begijnenpad aangepast.
Het gunstig advies van de gemeentelijke verkeerscommissie.
In de deelgemeente Mechelen-Bovelingen wordt er op schooldagen een schoolstraat ingesteld op de Pepingenlaan (vanaf het kruispunt met de Kloosterstraat tot het kruispunt met het Begijnenpad) op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 15uur10 tot 15uur45 en op woensdag van 12uur15 tot 12uur45.
Deze verkeersregeling wordt ter kennis gebracht met een slagboom, het verbodsbord C3 en een onderbord "Schoolstraat".
De school VBS Kers & Pit (Vestiging Mechelen-Bovelingen), Kloosterstraat 4 te 3870 Heers verbindt zich ertoe het nodige te doen opdat artikel 1 praktisch wordt uitgevoerd.
Omwille van een parkeerprobleem met vrachtwagens is het aan te raden een zonaal parkeerverbod in te stellen op de Schoolstraat, de Jan Odeurslaan en een gedeelte van de Bovelingenstraat in Mechelen-Bovelingen.
Het gunstig advies van de gemeentelijke verkeerscommissie.
In de deelgemeente Mechelen-Bovelingen wordt volgende verkeersbeperkende maatregel opgelegd: zonaal parkeerverbod op de Schoolstraat, de Jan Odeurslaan en een gedeelte van de Bovelingenstraat zoals weergegeven op het aan dit besluit gehecht plan.
Deze verkeersregeling wordt ter kennis gebracht door middel van de borden met een zonale geldigheid: ZE1T aangevuld met onderschrift "+3.5t" en ZE1/Einde.
De financiële toestand van de gemeente. De beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2022 wordt opgeheven.
Het afleveren van allerlei administratieve stukken brengt voor de gemeente zware lasten met zich mee en het is daartoe aangewezen hiervoor een gematigde retributie in te vorderen.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
De Wet van 25 november 2018 houdende diverse bepalingen met betrekking tot het Rijksregister en de bevolkingsregisters.
De Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
Het Koninklijk Besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar.
Na de modernisering van de elektronische kaarten voor vreemdelingen van twaalf jaar en ouder dienen de verblijfstitels en -documenten die momenteel worden afgegeven aan vreemdelingen onder de twaalf jaar, te worden gemoderniseerd.
Het Koninklijk Besluit van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
De artikelen 50-67 Consulair Wetboek van 21 december 2013.
Artikel 2 van het Ministerieel Besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten.
Het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
Artikel II.29, tweede lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Artikel 8 van de Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.
Het Koninklijk Besluit van 2 april 2003 tot bepaling van de modaliteiten van indiening van de aanvragen en van aflevering van de arbeidskaart C.
Het Ministerieel Besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies.
Het Ministerieel Besluit van 28 oktober 2019 tot wijziging van het Ministerieel Besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen (B.S. van 8 november 2019).
Het Ministerieel Besluit van 6 oktober 2021 betreffende de modernisering van de verblijfstitels afgegeven aan de onderdanen van derde landen en aan de familieleden van een burger van de Europese Unie.
De Omzendbrief KB/ABB2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De Omzendbrief van 6 november 2023 betreffende het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2024.
De beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2022 betreffende de retributie voor afgifte van administratieve stukken, wordt opgeheven.
Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een retributie geheven voor de afgifte van administratieve stukken. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
NORMALE PROCEDURE |
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° |
€ 19,10 + € 3 = € 22,10 Sociaal tarief: € 11,05 |
Elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3° |
€ 7,70 |
Elektronisch identiteitsdocument voor vreemdelingen onder de 12 jaar; EU-kaart, EU+-kaart, F-kaart , F+-kaart en de M-kaart (Brexit - duurzaam verblijf) | € 7,70 |
Elektronisch identiteitsdocument voor vreemdelingen onder de 12 jaar; A-kaart (beperkt verblijf), B-kaart (onbeperkt verblijf), K-kaart (gevestigde vreemdeling) en de L-kaart (EU-langdurige ingezetene) | € 10,70 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, f) tot l) |
€ 19,10 + € 3 = € 22,10 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, a) tot e) ,m) en n) |
€ 19,60 + € 3 = € 22,60 |
SPOEDPROCEDURE MET GECENTRALISEERDE LEVERING VAN DE KAART EN PIN/PUK BIJ DE ALGEMENE DIRECTIE INSTELLINGEN EN BEVOLKING VAN DE FOD BINNENLANDSE ZAKEN |
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° |
€ 153,30 + € 5 = € 158,30 |
Elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3° | € 141,90 + € 5 = € 146,90 |
SPOEDPROCEDURE MET LEVERING VAN DE KAART EN DE PIN/PUK OP DE GEMEENTEN | |
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° en 2°
Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan
de oproeping door de gemeente
|
€ 116,40 + € 5 = € 121,40
€ 116,40 + € 50 = € 166,40 |
Elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3°
Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan
de oproeping door de gemeente
|
€ 105 + € 5 = € 110
€ 105 + € 50 = € 155 |
Elektronisch identiteitsdocument voor vreemdelingen onder de 12 jaar; EU-kaart, EU+-kaart, F-kaart , F+-kaart en de M-kaart (Brexit - duurzaam verblijf) Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan de oproeping door de gemeente | € 105 + € 5 = € 110 € 105 + € 50 = € 155 |
Elektronisch identiteitsdocument voor vreemdelingen onder de 12 jaar; A-kaart (beperkt verblijf), B-kaart (onbeperkt verblijf), K-kaart (gevestigde vreemdeling) en de L-kaart (EU-langdurige ingezetene) Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan de oproeping door de gemeente | € 116,40 + €5 = € 121,40 € 116,40 + € 50 = € 166,40 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, f) tot l)
Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan
de oproeping door de gemeente
|
€ 116,40 + € 5 = € 121,40
€ 116,40 + € 50 = € 166,40 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, a) tot e), m) en n)
Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan
de oproeping door de gemeente
|
€ 116,40 + € 5 = € 121,40 € 116,40 + € 50 = € 166,40 |
De vergoeding voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is gekoppeld aan de schommelingen van de gezondheidsindex en wordt automatisch aangepast.
De aangerekende kostprijs voor het afleveren van een identiteitskaart wordt gehalveerd wanneer de aanvraag gebeurt door personen die genieten van een leefloon van het OCMW en door studenten voor wie een studiebeurs wordt bekomen. Een attest van het OCMW dient te worden bijgebracht of een bewijs van het bekomen van een studiebeurs. De halvering van de kostprijs is niet van toepassing bij dringende en zeer dringende procedures.
Voor de attesten van immatriculatie, afgeleverd in uitvoering van het K.B. van 29 juli 1985: € 5,00.
Voor de huwelijksboekjes :
Voor de paspoorten :
De prijs voor de superdringende procedure geldt voor de aanvragen gedaan bij de gemeente.
De retributie moet betaald worden bij aanvraag.
Voor alle andere documenten, getuigschriften, uittreksels, wettigingen, voor eenvormig verklaarde afschriften, vergunningen, enz. waarvoor geen speciaal tarief werd bepaald en die van ambtswege of op verzoek worden afgeleverd:
Voor het recht op toegang met betrekking tot de gegevens die op de persoon die om inlichtingen verzoekt, betrekking hebben en die door het bestuur in een verwerking zijn opgenomen : € 2,50 per door de wet toegestane inzage.
De retributie wordt ingevorderd bij het afleveren van het document. Het bewijs van betaling wordt vastgesteld door het overhandigen aan de aanvrager van een kasticket of kwitantie. De personen die onderworpen zijn aan de retributie zijn eveneens verplicht er het bedrag van in bewaring te geven op het ogenblik van de aanvraag, indien het document niet onmiddellijk kan afgeleverd worden. Er wordt kosteloos een ontvangstbewijs van de in bewaring gegeven sommen afgeleverd.
Wanneer de gevraagde stukken met de post worden verstuurd, worden de verzendingskosten aan de retributie toegevoegd. Die kosten dienen bij de aanvraag te worden betaald. Zij zijn eveneens verschuldigd en vooruit betaalbaar wanneer artikel 12 van toepassing is.
Worden van de retributie vrijgesteld :
De retributie is niet toepasselijk op de afgifte van stukken, welke krachtens een wet, een K.B. of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen krachtens artikel 13 van de wet van 4 juli 1956 en de K.B.'s van 20 december 1972 en 12 november 1976.
In de gemeenteraadszitting van 25 januari 2021 werd de overeenkomst tussen vzw IN-Z en de gemeente Heers goedgekeurd voor een periode van 1 januari 2021 tot 31 december 2026.
Op 1 juli 2023 treedt het nieuwe decreet individueel maatwerk in voegen. Met dit decreet wil de Vlaamse Overheid de kansen op de arbeidsmarkt verhogen voor personen met een arbeidsbeperking met als doel de werkzaamheidsgraad te verhogen.
Volgens het decreet individueel maatwerk ontvangt de gemeente een jaarlijkse werkingssubsidie onder de externe rapporteringscode WSE-ALD (Werk en Sociale Economie - Aanvullend Lokaal Dienstenaanbod)
Tijdens de overgangsfase (2023-2025) - in afwachting van een structurele verankering in de Vlaamse regelgeving - kan ons lokaal bestuur een beroep doen op een jaarlijkse werkingssubsidie. Deze werkingssubsidie werd vastgesteld op basis van een actueel uitgevoerde bevraging die de bestaande samenwerkingsverbanden tussen LDE-ondernemingen en de lokale besturen in kaart heeft gebracht. De werkingssubsidie die aan ons lokaal bestuur wordt toegekend bedraagt 2.962,82 euro voor het werkingsjaar 2023 (periode 1 juli 2023 tot 31 december 2023).
De gemeenteraad keurt het addendum bij de overeenkomst betreffende de gemeente Heers en vzw IN-Z zoals gehecht aan dit besluit en er integraal deel van uitmakend goed.
De opmaak voor het natuurbeheerplan van de Batsheerse Beemd werd goedgekeurd door het college op 8/11/2021. Er dient een erfpachtovereenkomst opgemaakt te worden tussen de gemeente Heers en Natuurpunt voor de Batsheerse Beemd. Natuurpunt heeft een berekening opgemaakt. De prijs van de erfpacht wordt bepaald op 7.225,00 euro en werd goedgekeurd door het college op 27/11/2023.
De percelen van de Batsheerse beemd zullen mee opgenomen worden in het natuurbeheerplan Overbroek-Egoven, waarin ook de percelen van Egoven deel van uitmaken. Om deze percelen te kunnen opnemen in een natuurbeheerplan en daarna het beheer uit te voeren op de percelen, is er een huuroverkomst nodig tussen de gemeente Heers en Natuurpunt vzw.
De overeenkomst wordt als bijlage toegevoegd.
De gemeenteraad keurt de erfpachtovereenkomst tussen de gemeente Heers en Natuurpunt vzw voor de Batsheerse Beemd goed.
Voor 2023 is € 33.800 voorzien voor de bijdrage in werkingskosten STEBO (budgetsleutel MJP000536). Dit bedrag is niet toereikend voor 2023.
De administratie stelt voor om een budgetverschuiving van budgetsleutel MJP000337 (werkingsbijdrage limburg.net) naar budgetssleutel MJP000536 (bijdrage in de werkingskosten van STEBO) uit te voeren voor een bedrag van € 6.100.
De gemeenteraad keurt een budgetverschuiving van € 6.100 van budgetsleutel MJP000337 naar budgetsleutel MJP000536 goed.
Fluvius wenst een nieuwe cabine te plaatsen langs de Opheersstraat.
Deze cabine zal het net versterken en zorgen voor een betere dienstverlening aan de omwonenden.
Gelet op het verzoek van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Trichterheideweg 8.
Overwegende dat Fluvius een gedeelte van het openbaar domein wenst aan te kopen langs de Opheersstraat in Opheers.
Het betreft een perceel van 30 m² gelegen langs de Opheersstraat (tegenover Opheersstraat 29) (kad. geg. 3de afdeling sectie B zonder nummer).
Overwegende dat een landmeter werd aangesteld om het betreffende deel van het perceel op te meten en te schatten.
Gelet op het opmetingsplan (dossier 12895J plan nr. 1.7; dd. 07/09/2023) en schattingsverslag (M.Ref.: 12049 E van 29/06/2021) van de heer Marc Hennau voor ibens Landmeteres bv.
Overwegende dat het perceel voor verkoop een oppervlakte heeft van 30 m² en een waarde van 1.800 euro.
Overwegende dat het opmetingsplan bij dit besluit wordt gevoegd.
Overwegende dat de verkoop wordt aangegaan ten voordele van de nutsvoorzieningen in het algemeen belang.
De gemeenteraad, keurt op basis van het plan en het schattingsverslag als bijlage, de hierna vermelde punten goed:
1) de onttrekking van een perceel, van 30 m² op de Opheersstraat uit het openbaar domein;
2) de verkoop van een perceel, van 30 m² aan Fluvius voor de prijs van 60 euro/m².