Terug
Gepubliceerd op 25/01/2024

2024_GR_00003 - Limburgse RPR: samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 18/12/2023 - 20:00 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Carina Volont, Voorzitter; Gerald Kindermans, Raadslid; Henri Dumont, Raadslid; Benny Schroyen, 2de Schepen; Kristof Pirard, Burgemeester; Jozef Royer, Raadslid; Luc Schalenbourg, Raadslid; Heidi Pirlotte, 1ste Schepen/voorzitter Bijzonder Comité Sociale Dienst; Sonja Houbar, Raadslid; Erika Princen, Raadslid; Mieke Smolders, Raadslid; Dieter Janssen, 3de Schepen; Anneleen Vanherck, 4de Schepen; Bart Stevens, Raadslid; Daniel Medarts, Raadslid; Evi Lennertz, Raadslid; Christel Lambié, Raadslid; Katrien Herck, Raadslid; Ivo Carlens, Algemeen directeur

Afwezig

Johan Missotten, Raadslid

Secretaris

Ivo Carlens, Algemeen directeur

Voorzitter

Carina Volont, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2024_GR_00003 - Limburgse RPR: samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten - Goedkeuring

Aanwezig

Carina Volont, Gerald Kindermans, Henri Dumont, Benny Schroyen, Kristof Pirard, Jozef Royer, Luc Schalenbourg, Heidi Pirlotte, Sonja Houbar, Erika Princen, Mieke Smolders, Dieter Janssen, Anneleen Vanherck, Bart Stevens, Daniel Medarts, Evi Lennertz, Christel Lambié, Katrien Herck, Ivo Carlens
Stemmen voor 18
Bart Stevens, Benny Schroyen, Mieke Smolders, Gerald Kindermans, Erika Princen, Dieter Janssen, Kristof Pirard, Evi Lennertz, Henri Dumont, Jozef Royer, Sonja Houbar, Anneleen Vanherck, Luc Schalenbourg, Daniel Medarts, Christel Lambié, Katrien Herck, Heidi Pirlotte, Carina Volont
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_GR_00003 - Limburgse RPR: samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten - Goedkeuring 2024_GR_00003 - Limburgse RPR: samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Het recente Besluit van de Vlaamse Regering (BVR RPR) van 20 januari 2023 biedt lokale besturen in Limburg meer flexibiliteit en autonomie in hun HR-beleid. Ook beoogt het besluit om externe mobiliteit tussen overheidsniveaus te stimuleren. Tot slot introduceert het kaderbesluit ook verschillende moderne HRM-instrumenten voor de lokale en provinciale besturen.  

Alle kenmerken van de arbeidsmarkt wijzen erop dat de “war for talent” niet zal verbeteren, met een stijging van het aantal knelpuntfuncties tot gevolg. Hierdoor stijgt het risico op zowel opwaartse druk op onze loonschalen als braindrain naar de privésector. Als nu reeds bij besturen het gevoel bestaat dat we elkaars beste collega’s van elkaar afsnoepen met betere voorwaarden, kan dit nog verergeren als elk bestuur zijn eigen verloningsbeleid zal creëren.  De Regioraad Limburg wenst de mogelijkheden van het nieuwe BVR RPR te onderzoeken met als doel de ontwikkeling van een gemeenschappelijk Limburgs kader en de daarmee samenhangende HR instrumenten.  

De Regioraad Limburg wenst gezamenlijke opdrachten te organiseren voor het uitvoeren van een onderzoek in het kader van een nieuw totaal verloningsbeleid. Hiertoe werd vastgesteld dat de besturen een gezamenlijk belang hebben omdat / omwille van:   

  • De eigenheid van de Limburgse arbeidsmarkt voor de lokale besturen, meer bepaald wat lagere fiscale inkomsten Limburgse gemeenten betreft en snellere vergrijzing;  
  • De ontwerpkosten worden gedeeld volgens een faire verdeelsleutel. Het is quasi onmogelijk om dergelijke kost alleen te dragen. Iedereen geniet van de lusten en regelt de implementatie op het ritme dat zijn huishouden past. Het ontwerp biedt structuur voor de lange termijn.  
  • De kennisdeling op vlak van modern personeelsbeleid, die een logisch gevolg is van de gezamenlijke plaatsing van de opdrachten. We besparen op lokale consultancy kosten, zowel bij de opzet als bij de implementatie.  
  • De alsmaar schaarsere middelen (VTE's en €) die we kunnen inzetten tegenover de alsmaar grotere en meer diverse vraag, die best zo efficiënt en verantwoord mogelijk worden ingezet. Het voorgestelde instrumentarium kan ons hierin ondersteunen, keuzes objectiveren. 
  • We investeren in een partnership met externe HR & markt experten in de instrumenten voor loonpositionering (benchmarking), de basis voor het nemen van korte en lange termijn beslissingen met budgettaire impact voor elk bestuur (groot of klein). 
  • We zodoende een antwoord kunnen bieden op de “war for talent”. 

Argumentatie

Volgende gezamenlijke opdrachten zijn in de eerste fase noodzakelijk om conceptueel een nieuw verloningsbeleid uit te werken:

  • Aanstellen dienstverlener i.k.v. functie- en loonhuis, inclusief de noodzakelijke HR instrumenten;
  • Aanstellen dienstverlener i.k.v. cafetariaplan;
  • Aanstellen dienstverlener i.k.v. juridische ondersteuning.

Deze gezamenlijke opdrachten hebben tot doel te komen tot de ontwikkeling van een conceptueel gemeenschappelijk Limburgs kader waarvan alle deelnemende besturen (partijen) eigenaar zijn.

Middels de samenwerkingsovereenkomst worden duidelijke afspraken gemaakt voor de verdere organisatie van deze gezamenlijke opdrachten.

Het vervolgtraject kan bestaan uit de aanstelling van een dienstverlener ter ondersteuning bij de implementatie van een bepaald model binnen het lokaal / provinciaal bestuur.

Het vervolgtraject kan desgevallend tevens via één of meer occasionele gezamenlijke opdrachten georganiseerd worden. De afspraken daarover zullen in een bijakte aan de samenwerkingsovereenkomst overeengekomen worden.

Stad Hasselt zal optreden als penhouder en staat in voor de opmaak van de opdrachtdocumenten, van het selectieverslag/verslag van nazicht van de offertes, …. De deelnemende lokale besturen dienen wel de selectie/gunningsbeslissing door hun eigen bevoegde organen te laten goedkeuren. Er wordt een boeteclausule voorzien voor het geval dat een partij deze samenwerkingsovereenkomst na ondertekening alsnog wenst te beëindigen.

Aangezien het aantal partijen van deze samenwerkingsovereenkomst nog niet vaststaat en de overeenkomst dus nog niet gefinaliseerd kan worden, wordt het ontwerp ervan ter goedkeuring voorgelegd. De finalisering van de samenwerkingsovereenkomst betreft enkel de toevoeging van alle deelnemende partijen.

Aangezien het aantal deelnemers wel gevolgen heeft voor de respectievelijke financiële bijdrage van de deelnemende (lokale / provinciale) besturen, wordt er een voorbehoud geformuleerd dat een  bestuur zich pas verbindt om de definitieve versie van de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen wanneer tegen uiterlijk 31 december 2023 is komen vast te staan dat er minimum 20 dan wel minimum 30 (lokale / provinciale) besturen deelnemen aan deze samenwerkingsovereenkomst.

Er zal overgegaan worden tot ondertekening van de definitieve samenwerkingsovereenkomst indien er  minimum 30 deelnemende partijen zijn.

Juridische grond

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen van 20 januari 2023

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 48

Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt bijgevoegd ontwerp van samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten goed. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt nog gefinaliseerd door toevoeging van de deelnemende partijen.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt goed dat overgegaan wordt tot ondertekening van de definitieve versie van deze samenwerkingsovereenkomst op voorwaarde dat tegen uiterlijk 31 december 2023 minimum 30 partijen aansluiten bij deze samenwerkingsovereenkomst op basis van een goedkeuringsbesluit van het bevoegde orgaan van de deelnemende partijen.