De financiële toestand van de gemeente. De beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2022 wordt opgeheven.
Het afleveren van allerlei administratieve stukken brengt voor de gemeente zware lasten met zich mee en het is daartoe aangewezen hiervoor een gematigde retributie in te vorderen.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
De Wet van 25 november 2018 houdende diverse bepalingen met betrekking tot het Rijksregister en de bevolkingsregisters.
De Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
Het Koninklijk Besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar.
Na de modernisering van de elektronische kaarten voor vreemdelingen van twaalf jaar en ouder dienen de verblijfstitels en -documenten die momenteel worden afgegeven aan vreemdelingen onder de twaalf jaar, te worden gemoderniseerd.
Het Koninklijk Besluit van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
De artikelen 50-67 Consulair Wetboek van 21 december 2013.
Artikel 2 van het Ministerieel Besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten.
Het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
Artikel II.29, tweede lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Artikel 8 van de Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.
Het Koninklijk Besluit van 2 april 2003 tot bepaling van de modaliteiten van indiening van de aanvragen en van aflevering van de arbeidskaart C.
Het Ministerieel Besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies.
Het Ministerieel Besluit van 28 oktober 2019 tot wijziging van het Ministerieel Besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen (B.S. van 8 november 2019).
Het Ministerieel Besluit van 6 oktober 2021 betreffende de modernisering van de verblijfstitels afgegeven aan de onderdanen van derde landen en aan de familieleden van een burger van de Europese Unie.
De Omzendbrief KB/ABB2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De Omzendbrief van 6 november 2023 betreffende het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2024.
De beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2022 betreffende de retributie voor afgifte van administratieve stukken, wordt opgeheven.
Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een retributie geheven voor de afgifte van administratieve stukken. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
NORMALE PROCEDURE |
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° |
€ 19,10 + € 3 = € 22,10 Sociaal tarief: € 11,05 |
Elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3° |
€ 7,70 |
Elektronisch identiteitsdocument voor vreemdelingen onder de 12 jaar; EU-kaart, EU+-kaart, F-kaart , F+-kaart en de M-kaart (Brexit - duurzaam verblijf) | € 7,70 |
Elektronisch identiteitsdocument voor vreemdelingen onder de 12 jaar; A-kaart (beperkt verblijf), B-kaart (onbeperkt verblijf), K-kaart (gevestigde vreemdeling) en de L-kaart (EU-langdurige ingezetene) | € 10,70 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, f) tot l) |
€ 19,10 + € 3 = € 22,10 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, a) tot e) ,m) en n) |
€ 19,60 + € 3 = € 22,60 |
SPOEDPROCEDURE MET GECENTRALISEERDE LEVERING VAN DE KAART EN PIN/PUK BIJ DE ALGEMENE DIRECTIE INSTELLINGEN EN BEVOLKING VAN DE FOD BINNENLANDSE ZAKEN |
|
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° |
€ 153,30 + € 5 = € 158,30 |
Elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3° | € 141,90 + € 5 = € 146,90 |
SPOEDPROCEDURE MET LEVERING VAN DE KAART EN DE PIN/PUK OP DE GEMEENTEN | |
Elektronische identiteitskaarten voor Belgen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° en 2°
Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan
de oproeping door de gemeente
|
€ 116,40 + € 5 = € 121,40
€ 116,40 + € 50 = € 166,40 |
Elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3°
Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan
de oproeping door de gemeente
|
€ 105 + € 5 = € 110
€ 105 + € 50 = € 155 |
Elektronisch identiteitsdocument voor vreemdelingen onder de 12 jaar; EU-kaart, EU+-kaart, F-kaart , F+-kaart en de M-kaart (Brexit - duurzaam verblijf) Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan de oproeping door de gemeente | € 105 + € 5 = € 110 € 105 + € 50 = € 155 |
Elektronisch identiteitsdocument voor vreemdelingen onder de 12 jaar; A-kaart (beperkt verblijf), B-kaart (onbeperkt verblijf), K-kaart (gevestigde vreemdeling) en de L-kaart (EU-langdurige ingezetene) Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan de oproeping door de gemeente | € 116,40 + €5 = € 121,40 € 116,40 + € 50 = € 166,40 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, f) tot l)
Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan
de oproeping door de gemeente
|
€ 116,40 + € 5 = € 121,40
€ 116,40 + € 50 = € 166,40 |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, a) tot e), m) en n)
Als betrokkene geen gevolg heeft gegeven aan
de oproeping door de gemeente
|
€ 116,40 + € 5 = € 121,40 € 116,40 + € 50 = € 166,40 |
De vergoeding voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is gekoppeld aan de schommelingen van de gezondheidsindex en wordt automatisch aangepast.
De aangerekende kostprijs voor het afleveren van een identiteitskaart wordt gehalveerd wanneer de aanvraag gebeurt door personen die genieten van een leefloon van het OCMW en door studenten voor wie een studiebeurs wordt bekomen. Een attest van het OCMW dient te worden bijgebracht of een bewijs van het bekomen van een studiebeurs. De halvering van de kostprijs is niet van toepassing bij dringende en zeer dringende procedures.
Voor de attesten van immatriculatie, afgeleverd in uitvoering van het K.B. van 29 juli 1985: € 5,00.
Voor de huwelijksboekjes :
Voor de paspoorten :
De prijs voor de superdringende procedure geldt voor de aanvragen gedaan bij de gemeente.
De retributie moet betaald worden bij aanvraag.
Voor alle andere documenten, getuigschriften, uittreksels, wettigingen, voor eenvormig verklaarde afschriften, vergunningen, enz. waarvoor geen speciaal tarief werd bepaald en die van ambtswege of op verzoek worden afgeleverd:
Voor het recht op toegang met betrekking tot de gegevens die op de persoon die om inlichtingen verzoekt, betrekking hebben en die door het bestuur in een verwerking zijn opgenomen : € 2,50 per door de wet toegestane inzage.
De retributie wordt ingevorderd bij het afleveren van het document. Het bewijs van betaling wordt vastgesteld door het overhandigen aan de aanvrager van een kasticket of kwitantie. De personen die onderworpen zijn aan de retributie zijn eveneens verplicht er het bedrag van in bewaring te geven op het ogenblik van de aanvraag, indien het document niet onmiddellijk kan afgeleverd worden. Er wordt kosteloos een ontvangstbewijs van de in bewaring gegeven sommen afgeleverd.
Wanneer de gevraagde stukken met de post worden verstuurd, worden de verzendingskosten aan de retributie toegevoegd. Die kosten dienen bij de aanvraag te worden betaald. Zij zijn eveneens verschuldigd en vooruit betaalbaar wanneer artikel 12 van toepassing is.
Worden van de retributie vrijgesteld :
De retributie is niet toepasselijk op de afgifte van stukken, welke krachtens een wet, een K.B. of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen krachtens artikel 13 van de wet van 4 juli 1956 en de K.B.'s van 20 december 1972 en 12 november 1976.