Met dit verlof voor mantelzorg kan het personeelslid zijn prestaties volledig of gedeeltelijk onderbreken om hulp of bijstand te geven aan een persoon die vanwege zijn hoge leeftijd, gezondheidstoestand of zijn handicap kwetsbaar en afhankelijk is. Het moet niet noodzakelijk om een familie- of gezinslid gaan.
Om in aanmerking te komen voor dit type verlof, moet het personeelslid erkend zijn als mantelzorger van de persoon die hulp of bijstand behoeft.
Het personeelslid moet voltijds werken om zijn prestaties halftijds of met 1/5de te kunnen onderbreken. Voor een volledige onderbreking van de prestaties zijn er geen voorwaarden qua arbeidsregime.
Over de hele beroepsloopbaan kan het personeelslid zijn loopbaan maximum zes maanden volledig onderbreken. Bij een halftijdse of 1/5de onderbreking is dat maximum 12 maanden.
Per zorgbehoevende persoon kan het personeelslid maximum 1 maand voltijds verlof voor mantelzorg opnemen of maximum twee maanden bij een halftijdse of 1/5de onderbreking.
Het voorstel tot wijziging van de rechtspositieregeling wordt toegevoegd als bijlage aan dit besluit.
Het advies van de vakbond werd gevraagd. Hiermee werd rekening gehouden bij het opmaken van het voorstel tot wijziging.
Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007
RPR van het OCMW Heers
Het advies van het schriftelijk vakbondsoverleg van 19 januari 2021
Wet van 17 mei 2019 tot erkenning van de mantelzorgers, B.S. 2 juli 2019
Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, artikelen 100ter en 102ter
Koninklijk besluit van 16 juni 2020 tot uitvoering van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning van de mantelzorger en de toekenning van sociale rechten aan de mantelzorger, B.S. 25 juni 2020
Sinds 1 september 2020 kan een personeelslid als erkend mantelzorger het nieuwe verlof voor mantelzorg aanvragen. Dat is een nieuw thematisch verlof naast het ouderschapsverlof, het verlof voor medische bijstand en het palliatief verlof.
Het recht op verlof voor mantelzorg moet opgenomen worden in de rechtspositieregeling. Een wijziging van de rechtspositieregeling is bijgevolg noodzakelijk.
De OCMW-raad keurt het voorstel tot wijziging van de rechtspositieregeling goed.